Zien soms even
Overweging zondag 13 maart 2022 door René Munnik
Bij: Exodus 34, 27-35 en Lucas 9, 28-36
Wonder en mysterie in het evangelie van Lucas
Lucas vertelt hoe vier mannen een berg beklommen: Jezus, Petrus, Johannes en Jacobus. ‘De berg’ staat er, zonder dat Lucas erbij vertelt welke dat is. En dan gebeurt er een wonder. Terwijl Jezus aan het bidden is, veranderen de aanblik van zijn gezicht en zijn kleren: hij begint verblindend te schitteren. Je zou verwachten dat die drie metgezellen – Petrus, Johannes en Jacobus – geschokt zijn en verbijsterd staan. Maar dat is niet zo. Zelfs wanneer Mozes en Elia zich in ‘hemelse luister’ bij Jezus voegen, merken die leerlingen daar niets van. Want, zo staat er, ze waren in slaap gevallen. Pas later schieten ze wakker en zien ze deze drie mensen, waarna Petrus een domme opmerking maakt: ‘laten we drie tenten bouwen voor u, voor Mozes en Elia.’ Maar, zo staat er dan: hij wist niet wat hij zei. En dan komt er een wolk waaruit een stem klinkt. Dezelfde stem als eerder al uit een wolk had geklonken… bij de doop van Jezus… en met grotendeels dezelfde boodschap: Jij bent mijn zoon (Lc. 3,22). En als die stem is verstomd, dan is Jezus weer alleen. Alsof er niets gebeurd is. En Petrus, Johannes en Jacobus, zwijgen er verder over.
Reflectie van oude verhalen
Een wonderlijk verhaal over een vreemd incident. Maar ook een verhaal dat bij de toehoorders ervan allerlei bellen deed rinkelen, omdat het resoneert met andere verhalen ze allang kenden.
Bijvoorbeeld het verhaal uit de eerste lezing van vandaag: het verhaal over Mozes uit het boek Exodus. In dat verhaal had Mozes de berg Sinaï beklommen en op die berg was ook een wolk neergedaald en daaruit had eveneens de stem van God geklonken. Het was de plek van de ontmoeting met God waar het verbond tussen de Ene en Israël gesloten was: Mozes ontving er de Wet op twee stenen platen. En toen hij daarmee weer van die berg afdaalde, had ook zijn gezicht geglansd en geschitterd. Wie God van dichtbij ontmoet wordt blijkbaar vanzelf lucide. Mozes’ gezicht had zo gestraald dat hij een doek over zijn hoofd moest doen.
En ook Elia die zich bij Jezus en Mozes voegde had ooit een berg beklommen. Over hem deed het verhaal de ronde dat hij op de berg Horeb God had ontmoet… niet in de storm, niet in een aardbeving of in vuur, maar bij het suizen van een zachte bries had de stem van de Ene geklonken en tot hem gesproken (1 Kon. 19, 11vv).
Kortom, de berg is de plek van de ontmoeting met God… waar de Enige heel dichtbij komt.
De belofte van de exodus vervuld
In het verhaal van Lucas gebeurt dat ook, en komen deze oudere verhalen weer tot leven wanneer Mozes en Elia zich daar bij Jezus voegen: Mozes als vertegenwoordiger van de Wet, en Elia als vertegenwoordiger van de Profeten… ‘Wet en profeten’… dat is het wezen en de levensader van het Jodendom. Het verhaal van Lucas vermeldt ook waarover die drie met elkaar spraken: “Ze spraken over de uittocht die Jezus in Jeruzalem zou moeten volbrengen.” Uittocht? De meeste Bijbelvertalingen van deze zin hebben het over ‘het levenseinde’ of ‘zijn heengaan’ dat in Jeruzalem zou plaatsvinden. Dat is ook wel begrijpelijk want dit verhaal staat tussen twee lijdensvoorspellingen in en het is zonneklaar dat het vooruitwijst naar Goede Vrijdag en Pasen. Maar in de Griekse grondtekst wordt daarvoor toch echt het woord εξοδος, dus ’exodus’, gebruikt. En daarom heb ik het woord ‘uittocht’ laten staan.
Daarmee is de boodschap van het verhaal van Lucas eigenlijk wel duidelijk. Lucas, wil laten zien dat Wet (Mozes) en Profeten (Elia) vervuld worden in Jezus van Nazareth… dat het Pasen van Jezus’ uittocht – dus zijn dood en opstanding – de vervulling is van het Pesach van Israëls uittocht…
Licht zien soms even
Allemaal goed en wel, maar wat moeten wij daarmee? Het blijft een gek, bijna sprookjesachtig verhaal. Een miraculeus incident. Zelfs de drie apostelen die erbij waren, weten er geen raad mee. Eerst ontgaat hun wat er nu eigenlijk gebeurt: bij de gedaanteverandering van Jezus en zijn gesprek met Mozes en Elia liggen ze nog te slapen. En als ze eenmaal wakker geworden zijn, dan zegt Petrus iets doms: laten we drie tenten maken. Blijkbaar wilde hij die bijzondere gebeurtenis niet zomaar voorbij laten gaan… hij wil die vasthouden door verblijfplaatsen te maken. Hij zal gedacht hebben: dit moet niet voorbijgaan maar blijven. Maar zoiets kan nooit lukken. Er zijn gebeurtenissen, en dit is er één van, die je overkomen, die een stempel drukken op je bestaan, maar die toch voorbijgaan alsof er achteraf niets gebeurd is. Je kunt die niet vasthouden en je moet ze ook niet vast willen houden. Zulke gebeurtenissen zijn als een overvol gevuld moment in je bestaan waarvoor geldt, zoals we zingen: even is het waar, en dan is het weg (bundel III, 50). En dit is zo’n gebeurtenis… van licht zien soms even. Je kunt er geen tenten voor maken om ze bij je te houden.
Wonderlijke hartsgeheimen
Later begrijpen de leerlingen dat, want, zo staat er: zij zwegen over het voorval en vertelden in die tijd aan niemand wat zij gezien hadden. Ze bewaarden die in hun hart. En zwegen.
Soms vraag ik me af hoeveel mensen zo’n hartsgeheim bezitten. Zo’n incident dat ze ooit ergens meemaakten en dat een stempel op hun leven drukt, terwijl ze over de herinnering daaraan tegen anderen zwijgen maar heel hun leven in hun hart bewaren; zo’n scheurtje in het weefsel van het leven van alledag waardoor even een flits licht verscheen… zo’n rijk gevuld maar ijl moment dat even waar was en daarna weg. Als ik moet gokken, zou ik denken dat er best veel mensen zijn met zo’n hartsgeheim. Maar ik ga er niet naar vragen, want het moet blijkbaar ieders eigen geheim blijven.
Wel ken ik ken er voorbeelden van. Ik wil er tot slot een van noemen. Blaise Pascal was een Franse schrijver, filosoof, wiskundige, wetenschapper. Hij had iets overrompelends meegemaakt op de late avond van maandag 23 november 1654. Hij probeerde het in woorden te vatten die hij op een stukje papier schreef en in de dichtgenaaide zoom van zijn jas verstopte. Men vond het pas na zijn dood. Het bevat een aantal vreugde- en hartekreten. Zoals:
VUUR
God van Abraham, God van Isaak, God van Jacob
Niet van de filosofen en geleerden
Zekerheid, zekerheid, gevoel, vreugde, vrede
En:
… ik heb je gekend
Vreugde, vreugde, vreugde, vreugdetranen
Die uitroepen waren helemaal niet bedoeld om gelezen te worden door anderen. Pascal bewaarde ze in zijn hart en stiekem in de zoom van zijn jas, maar zweeg erover. Men had hem wel voor gek kunnen verslijten.
En toch… ik wens jullie/ons/iedereen ook zo’n raar, banaal, knotsgek hartsgeheim toe. Zo’n gebeurtenis die even waar was, en toen weg. Die je bewaart in je hart… in de hoop dat het ooit herschapen wordt.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!