Hier beneden is het
Overweging op zondag 21 mei 2023
door Kees de Groot
Bij: Daniel 7, 13-14, Lucas 24,50-53 en Handelingen 1,1-14
1. Opneming ten hemel
Gebruikelijk is het om eerst uit Handelingen te lezen als tweede lezing en daarna uit het evangelie, maar dat druist in tegen de literaire logica want het boek Handelingen van de Apostelen volgt op het Evangelie volgens Lucas en begint met de herneming van wat daarvóór is beschreven, met een flinke overlap voor wat de hemelvaart van Christus is gaan heten. Toch wordt het verhaal van Hemelvaart in het Lucas-evangelie (boek 1) heel anders verteld dan in de Handelingen van de Apostelen (boek 2).
Daarom eerst maar de journalistieke vragen: waar, wanneer, wie, wat, waarom en hoe?
In Lucas:
- Waar: buiten, bij Bethanië
- Wanneer: op de avond van Pasen, tijdens een verschijning in hun midden (Sjalom!)
- Wie: Jezus en de leerlingen (m/v – incl . Maria van Magdala, Johanna, Maria van Jacobus en de overige vrouwen)
- Wat: hij zegent hen, gaat weg en wordt opgenomen naar de hemel.
- Waarom: zij moeten gaan getuigen te beginnen in Jeruzalem (=toespraak ervoor)
- Hoe: blij
In Handelingen:
- Waar: aan tafel (!) [synalizo: bijeenzijn], Jeruzalem
- Wanneer: na veertig dagen van verschijningen, aan het eind van een gesprek over het herstel van het koninkrijk.
- Wie: Jezus en de apostelen
- Wat: omhoog geheven en een wolk schuift in het blikveld.
- Waarom: zij moeten gaan getuigen te beginnen in Jeruzalem
- Hoe: verbijsterd (?): ze turen en krijgen uitleg.
Het plaatje is nogal anders: in Lucas wandelt Jezus weg en verdwijnt in een oogwenk, zoals Henoch. Ja, hij was een mens naar Gods hart, een rechtvaardige. Het is goed.
In Handelingen stijgt hij van tafel op, als een fast forward naar de wijze waarop de mensenzoon zal komen, ‘iemand die eruit zag als een mens’, uit het boek Daniël. Maar dan in spiegelbeeld. Alleen hier, in Handelingen, is er sprake van een wolk. En dat past dan weer goed bij de aandacht voor het herstel van het Koninkrijk waar hier sprake van is. Op naar de wat zijn volgelingen ervan gaan maken.
Verder is de boodschap gelijkluidend: het antwoord op de vraag ‘waarom’ blijft: nu Jezus uit beeld is, moeten de leerlingen Jezus bekend gaan maken, vanuit Jeruzalem. Precies de levenssituatie dus van de eerste toehoorders van deze teksten. Het gaat over henzelf.
2. Wat nu?
De verschillen in de weergave van de gebeurtenis maken duidelijk dat het niet om de journalistieke feiten gaat, maar om een uitdrukking in verhaalvorm van een fundamentele geestelijke ervaring die uiteindelijk met geen pen te beschrijven is: de ervaring van Pasen. Hemelvaart belicht een aspect van het paasfeest – vanuit de vraag ‘Wat nu?’ Twee versies, zoals ieder persoon zijn eigen ‘Paaservaring’ heeft.
Bij Lucas: een leven dat in de ogen van de wereld mislukt is, blijkt waardevol in Gods ogen. Dat besef is een openbaring die mensen doet opstaan en leven.
In Handelingen: er is hoop, ondanks alles, en dat vooruitzicht zet mensen in beweging.
Daarmee is Hemelvaart een paradoxaal feest, want het is kennelijk juist niet de bedoeling naar de hemel te turen. Het feest heet Hemelvaart maar het gaat over het hernemen van het aardse leven. Wie naar de hemel blijft staren komt niet tot leven. Net als er met Pasen niet bij het lege graf moet worden rondgehangen. In Lucas stonden die twee wegsturende mannen al bij het graf. ‘Doorlopen. Hier is niets te zien.’
De pijl (op de voorkant van de orde van dienst) wijst wel omhoog, maar dat betekent: rechtdoor gaan. De afbeelding is geïnspireerd op de titel van het dagboek van Dag Hammersjköld, dat in Nederland bekend is geworden onder de titel Merkstenen. Die titel past goed bij de bergwandelingen die hij beschrijft, maar het Zweedse Vägmärken wordt gewoon gebruitk voor verkeersborden.
Dag Hammersjköld was vanaf 1953 secretaris-generaal van de Verenigde Naties tot 1961, toen het vliegtuig waarin hij zat onder verdachte omstandigheden neerstortte. Dit gebeurde boven toenmalig Rhodesië tijdens een vredesmissie vanwege de Congo-crisis. In zijn woning werden zijn geordende dagboekaantekeningen aangetroffen.
Daarin lees ik het volgende over wat ik maar zijn ‘Hemelvaart-ervaring’ noem, gedateerd op 24 december (Kerstavond) 1955:
God wil onze onafhankelijkheid – waarin wij ‘terugvallen’ in God als we ophouden die zelf te zoeken. (p. 80)
En de volgende dag:
Ontvankelijk blijven – Uit nederigheid En om je zachtheid te redden. Ontvankelijk blijven – en danken. Hiervoor: dat je mag luisteren, zien, begrijpen – (p. 82)
Die combinatie van stevigheid, niet je oren laten hangen naar wat anderen vinden, er durven zijn
Én de verbondenheid met alles, openheid – naar God. Dat is typerend voor zijn mystieke weg.
3. Hier beneden is het
De vraag van Hemelvaart, van ons, die leven in een tijdperk waarin er nauwelijks hoop voor de wereld lijkt te zijn, vanwege de overbelasting van de draagkracht van de aarde, is: Wat nu?
Het 17e eeuwse gezang van Jodocus van Lodenstein antwoordt in de tegenwoordig nog meest gezongen versie:
’t Oog omhoog, het hart naar boven,
hier beneden is het niet!(’t Ware leven, lieven, loven
is maar, waar men Jezus ziet.
Wat men hoor’ of zie op aard’
is ons kost’lijk hart niet waard;
wil men leven, lieven, loven:
’t oog omhoog, het hart naar boven!)
Dat is niet het antwoord van Hammersjköld en naar mijn idee ook niet van ‘Lucas’: Daar gaat het om de verrassende ontdekking van onszelf, de waarde die we hebben, voor anderen, voor God. Niet vanuit een ik-gerichtheid, maar vanuit overgave aan dienstbaarheid. In die zin begrijp ik Hammerskjölds wellicht bekendste uitspraak: ‘Niet ik, maar God in mij.’
Dus: Wat nu? Hier beneden is het. Wij mogen de Weg gaan. Niet zonder hoop, zelfs vervuld met zin.
Het heden is zinvol door zijn inhoud, niet als brug naar een toekomst. En deze inhoud is onze inhoud in het heden, datgene waarmee onze leegheid gevuld wordt als we in staat zijn om te ontvangen.
Moge het zo zijn,
Amen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!