Getuigen van de geest

Overweging door Arthur van Tongeren
op zondag 19 mei 2024

Bij: Handelingen 2, 1-13 en Johannes 20, 19-23

 

‘Op de avond van die eerste dag van de week waren de leerlingen bij elkaar,’ zo begint de lezing uit Johannes die we vandaag hoorden. ‘De avond van die eerste dag’ staat er. Welke eerste dag? De dag waarmee Johannes zijn (twintigste) hoofdstuk opent: ‘Vroeg op de eerste dag van de week […] kwam Maria van Magdala bij het graf…’. Die eerste dag dus, de dag waarop Maria het lege graf vindt, de opgestane Jezus ontmoet en op weg gaat om het de leerlingen te vertellen. De oplettende luisteraar zal hebben gemerkt dat dit het eerste verschijningsverhaal is dat in het evangelie van Johannes staat opgetekend en dat we dit enige weken geleden ook al hoorden. Ik heb deze tekst voor vandaag gekozen, omdat er heel expliciet staat: ‘Zoals de Vader mij heeft uitgezonden, zo zend ik jullie uit. Na deze woorden blies hij over hen heen en zei: Ontvang de heilige Geest.’ Bij Johannes ontvangen de leerlingen dus al op de eerste dag de heilige Geest – Pasen en Pinksteren vallen op één dag zou je kunnen zeggen. ‘De eerste dag’ staat in de Bijbel voor een nieuw begin, een nieuwe toekomst die opengaat. In Genesis met de aanvang van de schepping, in de evangeliën met de opstanding van Jezus, en hier dus met het inblazen van de Geest: van levensadem, moed, verlangen en hopen. De leerlingen die zich binnen in huis hebben opgesloten – uit angst voor de Joden staat er –  wordt inzicht, raad en moed ingeblazen. En ze worden op weg gezet, de wereld ingestuurd met een opdracht.

Op weg gezet?

Dat klinkt heel concreet en je zou denken dat ze meteen op weg zijn gegaan. Maar deden ze dat ook? Johannes vermeldt dit nergens. Wel dat Jezus nog enkele malen aan ze verscheen en enige tijd met ze doorbracht. De laatste keer overigens niet meer in dat huis waarin ze zich verscholen hadden, maar aan het meer van Tiberias, alwaar de leerlingen blijkbaar verbleven en hun oude stiel als visser weer op zich hadden genomen. Dat is niet hetzelfde als gehoor geven aan de zending waartoe Jezus ze geroepen heeft. Vissers van mensen moesten ze immers zijn, zo staat er in de roepingsverhalen. Ze hebben dus wel de Geest ontvangen, maar kunnen of durven er nog niet naar te handelen. Blijkbaar is er meer nodig dan die inblazing alleen. Het lijkt erop dat ze er nog niet rijp voor zijn, nog niet de moed en inspiratie hebben gevonden om daadwerkelijk te gaan getuigen van die Geest. Dus toch nog geen Pinksteren…

Na vijftig dagen rijping

Dat proces van rijping en moed verzamelen om de wereld in te gaan, duurt volgens de verhalen in de Schrift vijftig dagen. Pas dan zijn de leerlingen – de groep is inmiddels wel gegroeid –  zover dat ze openlijk naar buiten durven treden met hun verhaal. En getuige het boek Handelingen doen ze dat met zo veel enthousiasme dat ieder die daar aanwezig is en hen hoort spreken, ze verstaat: begrijpt waar het over gaat. Die leerlingen die zich eerst als bange muisjes verstopten, zijn nu zo bezield aan het getuigen dat ze boven zichzelf uitstijgen. Ze spreken een nieuwe, goddelijke taal die iedereen verstaat. Zoiets als ‘een taal van hoop en vrede’, zoals Huub Oosterhuis schrijft in een van zijn liederen. En vriend en vreemde verstaan die taal, krijgen door dat die mensen die daar spreken gegrepen zijn door dat verhaal van Jezus. Een verhaal van vrede, rechtvaardigheid en barmhartigheid. Een verhaal dat, als we ons leven ernaar zouden inrichten, zal leiden tot een mooiere wereld dan deze. De Geest is even veelkleurig als de mensen die ze bezielt, zo zien we in het kunstwerk Pentecoste van de Oekraïense kunstenares Khrystyna Kvyk dat onder deze overweging is afgebeeld. De Geest breekt als licht door in mensen die haar ontvangen en zet ze in beweging. Dit alles komt ook tot uitdrukking in de tweede strofe van het lied (Ene) dat we daarstraks zongen.

Dat wij nieuw, onszelf ontstegen,
gaan de wegen van jouw woord.
Licht en vrij, elkaar tot zegen,
nieuwe toekomst ongehoord.

Verbindende kracht

We hebben beeldspraak nodig om iets van die ongrijpbare Geest tot uitdrukking te kunnen brengen. De Geest wordt vaak geassocieerd met vuur of wind – zo hoorden we ook in de lezing uit het boek Handelingen. Die ingeblazen adem, pneuma in het Grieks, geeft kracht tot in beweging komen. Pneumatiek heet dan ook de studie van door lucht aangedreven apparaten – waarmee ik niet in het minst wil suggereren dat wij mensen slechts apparaten zouden zijn. Die kracht van Geest in Bijbelse zin is een verbindende kracht, die mensen op elkaar wil betrekken en bijeen wil brengen. Ze zet ons in beweging om op weg te gaan naar de ander. Dat is niet moeilijk als het gaat om mensen die we kennen en van wie we houden. Lastiger wordt het wanneer het gaat om vreemden. Om daklozen, verslaafden, vreemdelingen uit andere culturen. In al deze mensen laat God zich zien en ze daagt ons uit om haar in deze mensen te ontmoeten.

Dat vraagt veel van ons. Dat vraagt ons om ons niet langer op te houden achter gesloten deuren, die niet alleen óns binnenhouden, maar ook de ánder buitensluiten. De Geest wil zoals gezegd niet uitsluiten, maar verbinden. Iedere mens, van welke ‘kleur’ of afkomst dan ook, moet worden bereikt en geraakt door de bezielende kracht die uitgaat van de bevrijdende aanwezigheid van God in deze wereld. Wij zijn geroepen om daar handen en voeten aan te geven. Er zijn geen andere stemmen, geen andere handen dan de onze. Wij kunnen, moeten, in deze wereld, in deze tijd soms even het lijden van mensen opschorten en dragen. Is dat niet onze opdracht? Is dat niet de weg naar een andere, bewoonbare wereld voor allen? Die heilige Geest, die vaak als een vaag begrip wordt ervaren, wordt zo een heel concreet iets. Het is een kracht die mensen, die ons, warm laat lopen voor het goede, voor solidariteit met de minsten der zijnen wereldwijd. Het is een goddelijke kracht die mensen verenigt en gemeenschap vormt.

Dat die Geest ons mag vinden, aanvuren, herscheppen, in beweging zetten, vandaag nog.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Over Khrystyna Kvyk en haar werk ‘Pentecote’ 

Khrystyna Kvyk is gespecialiseerd in moderne iconen en zoekt naar manieren om geloof en spiritualiteit op een nieuwe wijze te zien. Pinksteren heeft een speciale betekenis voor haar als de ‘geboorte van een nieuwe kerk’: een kerk die een thuis wordt voor verschillende mensen. Het gebruik van spectrale kleuren en het idee van goddelijk licht loopt als een rode draad door haar oeuvre. In haar Pentecoste, zien we de twaalf leerlingen elk in een kleur van het spectrum en in het midden (in wit licht, de som dus van al die kleuren) de Heilige Geest, afgebeeld als een vogel. De afzonderlijke kleurschakeringen verbeelden individualiteit en de som ervan eenheid. Eenheid in verscheidenheid en tegelijkertijd verbondenheid met de Heilige Geest – een toekomstgerichte visie voor een kerk waarin elke kleur een plaats heeft.

Bron: Christ in der Gegenwart, 19.5.2024

 

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *