“Heeft niet een en dezelfde God ons geschapen?”

Overweging op 6 oktober 2024
door Simone Snakenborg

Bij: Maleachi 2,10-16 en Marcus 10,1-16

Een paar weken geleden las ik een essay in Trouw van een moeder die zich erover verwondert dat haar zoon van 11 zulke ouderwetse opvattingen heeft. En dat terwijl hij toch heel anders is opgevoed.

Zoonlief werkt aan zijn mannelijkheid en doet push-ups. Trots laat hij zijn spierballen zien. ‘Hoe kom je daarbij?’ wil ze weten. ‘Gezien op YouTube’, mompelt hij. ‘Heb ik ook spierballen?’, vraagt dan zijn zusje van zeven. Ze balt haar vuist en trekt een moeilijk gezicht. Haar broer knijpt in haar bovenarm. ‘Pap’, zegt hij, ‘maar dat maakt niet uit, want jij bent een meisje.’ Als zijn moeder vraagt of hij wil meehelpen zijn bed op te maken, zegt hij: ‘Nee, dat is vrouwenwerk.’ Ze maakt zich zorgen, en ze heeft gelijk. Hoe komt hij daar toch bij? Wat is er gebeurd met onze gelijkwaardigheid en verdraagzaamheid?

Niet mals

In de licht plaats ik graag de lezingen van vandaag. Wat Jan zo moedig heeft voorgelezen is niet mals.

  1. Een man mag zijn vrouw niet verstoten
  2. Hertrouwen is overspel
  3. Blijkbaar kunnen alleen mannen en vrouwen trouwen
  4. Blijkbaar is er alleen mannelijk en vrouwelijk, en niets anders

Auw! Driewerf BOE. Maar is de bijbel een wetboek? Helaas, zo is en wordt deze maar al te vaak gebruikt, met grote gevolgen en verdriet. Als we zó proberen om de teksten van vandaag te duiden, gaan we niet heel veel verder komen. Géén wetboek is de bijbel, maar een richtsnoer ten leven. Een handreiking, inspiratiebron. Een geschiedschrijving met een hart, die ons bevraagt, verbindt en bemoedigt.

Laten we daarom met een open geest en open hart de teksten herlezen. Niet koppig en harteloos zoals Jezus de Farizeeërs verweet.

Een vrouw verstoten

Vraag 1: Hoe haalt Marcus het in zijn hoofd om Jezus te laten zeggen dat een man zijn vrouw niet mag verstoten? Hij zegt het twee keer: tegen de farizeeërs die het hem vroegen en tegen zijn leerlingen. ‘Wie zijn vrouw verstoot en met een ander trouwt, pleegt overspel; en als zij haar man verstoot en met een ander trouwt, pleegt zij overspel.’ Waarom zouden mensen niet mogen hertrouwen als een nieuwe verbintenis voor alle berokkenen heilzaam en liefdevol is?

De dialoog tussen Jezus en de Farizeeërs krijgt een andere betekenis als je meer weet van de context. De achtergrond van de vraag is een, voor toen, een actuele discussie. In het boek Deuteronomium staat dat een man zijn vrouw een scheidingsbrief mag geven en haar mag verstoten als hij ontevreden over haar is. Wat dan precies ‘ontevreden’ inhoudt, daarover hebben vele rabbijnen zich gebogen. Het gevolg is dat veel vrouwen nogal gemakkelijk werden weggestuurd.

Hiérop reageert Jezus. Want de verstoten vrouwen staan in Jezus’ tijd volkomen onbeschermd op straat: ontheemd, ontrecht, onverzorgd, vogelvrij. Tegenover de wet stelt Jezus het hart. Hij wil mensen beschermen, wil voorkomen dar ze worden gedumpt. Ook wij zijn daar goed in: elkaar dumpen, elkaar cancellen. Kijk maar naar de dak- en thuislozen op straat, kijk maar naar de eenzame mensen achter de gesloten deuren van hun huizen. Als je je hart opent, dan ZIE je ze. Deze passage is geen bijbels verbod op echtscheidingen. Maar gaat over wat De Enige in liefde heeft verbonden, dat geen mens dat verbreekt. Je stuurt gewoon niemand weg. Punt. Hij wil de vrouwen beschermen.

In liefde

De twee woorden ‘in liefde’, die heb ik toegevoegd aan Jezus’ uitspraak. Want die Ene is liefde en heeft ons lief. De profeet Maleachi weet daar alles van. Hij spreekt vlijmscherp over het verval van het volk na de terugkeer uit Babel. Dit laatste boek uit het Oude Testament overbrugt de periode van vierhonderd jaar die tussen de beide Testamenten ligt, door vooruit te grijpen naar de evangeliën.

Maar ook de passage uit Maleachi kun je lezen als wetboek. Je mag niet ontrouw zijn aan de vrouw uit je jeugd. Doe je dat wel, dan speel je met je leven. Dat is de politiek van de angst. Onze politici zijn ook goed in angst zaaien. Als we te veel vluchtelingen toelaten in ons land, dan hebben we zelf niets meer. Dus moet er een noodwet komen. Als we onze belastingen niet op tijd betalen, krijgen we een boete. Als we de voordeur open laten, wordt er ingebroken. Eigen schuld, dikke bult. Pas maar op.

Prietpraat-priesters

Deze passage is echter een knipsel die wat mij betreft de zaken volkomen uit zijn verband trekt. Als je het hele boek leest, zie je dat de dingen toch anders in elkaar steken. Het tweede vers van hoofdstuk 1 luidt namelijk: ‘Ik heb jullie lief, zegt de Enige’ zoals ik Jacob lief heb: de zoon die als een dienaar zijn vader eert. Verderop in dat hoofdstuk blijkt bovendien dat de Enige alleen spreekt tegen de priesters die valse offers brengen en die de mensen dingen leren die hen doen struikelen. De priesters die krokodillentranen huilen omdat hun buitenkantgeloof niet wordt beantwoord. Ook in deze tijd leven ze. Die niet verder komen dan: ‘volgens bijbel

  • mogen alleen mannen en vrouwen met elkaar trouwen,
  • is homoseksualiteit een ziekte waarvan je kunt genezen als je maar genoeg bidt
  • is een seksuele identiteit anders dan man of vrouw een zonde.’

Tegen dat soort prietpraat-priesters heeft de Enige het. ‘Doe maar of je heilig bent. Ik zie dat het niks voorstelt.‘ Helmoal neks.

Liefdesverklaring

Het boek Maleachi lees ik als een liefdesverklaring van De Enige aan … ons allemaal. Want we zijn allemaal door dezelfde God geschapen. De Enige blijft óns trouw, daar gaat het over. Het gesprek dat Jan voorlas gaat over trouweloosheid tegenover God. Die te vergelijken is met trouweloosheid tegenover een huwelijkspartner. Achter deze beeldspraak van huwelijkse trouw en ontrouw ligt de gedachte, dat wat eenmaal vanuit liefde tot stand gekomen is, uit de diepte van het ene en de diepte van het andere hart, dat dat zó goed en waardevol is, dat dat in stand mag blijven. Dat verdient om in de loop van een leven verdiept en verrijkte te worden. Juist door alle weerstanden die het leven met zich meebrengt heen. Dat is ook precies wat Jezus bedoelt met ‘Wat God heeft verbonden, mag een mens niet scheiden.’ Een mens: niet ‘hij’ of ‘zij’, maar ook ‘hen’. In het licht van Maleachi krijgt deze uitspraak ineens een andere kleur.

Trouw en vertrouwen

Hoe ten slotte, kunnen wij leren trouw zijn en te leren vertrouwen? Want Maleachi kan wel zeggen dat we gelijkwaardig zijn, maar zo gedragen wij ons niet altijd. In Marcus vinden we een antwoord. Van kinderen. Hun trouw en onvoorwaardelijke liefde is aangeboren. Wat wij in de loop van ons leven misschien zijn verleerd of een beetje vergeten, laten we dat weer leren van de kinderen.

Vanuit zachtheid als een kind
lankmoedig en trouw zijn.
Om onvoorwaardelijk terug te geven
wal wij ontvangen
van De Enige en van ieder ander:

LIEFDE.

Moge het zo zijn.

 

Bronvermelding
Essay Mannelijkheid, Hoe komt mijn zoon aan die conservatieve ideeën?
(Trouw, 13 september 2024)

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *