Opnieuw geboren worden

Overweging op zondag 26 mei 2024 door Jeffrey Korthout

Bij: Exodus 3, 1-6 en Johannes 3, 1-16

 

Opmerkzame luisteraars zullen het vast wel gehoord hebben: de evangelielezing van vandaag speelt zich af in de nacht. Het is dus duister, want elektrische verlichting was er in die tijd nog niet, laat staan straatlantaarns. Nikodemus, die in de nacht naar Jezus toe komt, ziet dus geen hand voor ogen. Ook Jezus kan hij dus niet goed zien. En andersom ziet Jezus Nikodemus ook amper. Op z’n hoogst zagen ze wat vage contouren als er een olielampje brandde. Wat er wel was, waren hun stemmen: het gesprek tussen Nikodemus en Jezus.

Overwinnaar van het volk

Maar wie is die Nikodemus die in de diepe duisternis op zoek gaat naar Jezus? Veel weten we niet. Zijn naam betekent ‘overwinnaar van het volk’. En hij is een Joodse leider, zo staat er in de tekst die wij lazen: een Farizeeër,  zoals sommige vertalingen ook nog vermelden. Misschien kunnen we daaruit opmaken dat hij, zoals bij Farizeeërs in die tijd gebruikelijk was, een heel vrome Jood was. Iemand die nauwgezet elke jota van de Joodse Wet volgde, elke komma, elke punt: zo letterlijk mogelijk. In die zin dus een ‘overwinnaar’, want hij heeft de Wet echt onder de knie. En wellicht is hij daarom ook een leider geworden van het volk van Israël.

Echt kunnen zien

En uitgerekend die nacht, niet overdag dus, gaat deze overwinnaar van het volk, Nikodemus, op zoek naar Jezus. Hij vindt hem en probeert Jezus te paaien door hem te zeggen: ‘wij (de Farizeeërs dus) weten dat U een leraar bent die van God gekomen is, want alleen met Gods hulp kan iemand de tekenen verrichten die U verricht.’ Maar Jezus lijkt niet onder de indruk van wat Nikodemus gezien denkt te hebben, want hij geeft als antwoord: ‘Werkelijk, ik verzeker u, alleen wie opnieuw wordt geboren, kan het koninkrijk van God zien.’ Oftewel: wat Nikodemus ook gezien denkt te hebben, hij heeft het niet echt gezien, zoals hij tijdens het gesprek ook Jezus niet goed kan onderscheiden in de duisternis. Je ziet het pas echt als je opnieuw geboren bent.

Opnieuw geboren

Nikodemus laat het er echter niet bij zitten en vraagt Jezus daarom: ‘Maar hoe kan iemand geboren worden als hij al oud is? Hij kan toch niet de tweede keer geboren worden?’. Jezus herhaalt daarom nog eens zijn antwoord, maar nu stelliger: ‘Ik verzeker u, niemand kan het Koninkrijk van God binnengaan tenzij hij geboren wordt uit water en Geest.’ Oftewel: jij kunt het niet zien, en dus zeker niet binnengaan, omdat je niet gelooft dat je opnieuw geboren kan worden. En als je dat niet gelooft, dan zal het ook zeker niet gebeuren. Want zo vervolgt Jezus even verderop: ‘Wees niet verbaasd dat Ik zei dat jullie opnieuw geboren moeten worden. Dat gebeurt als je opnieuw geboren wordt uit de Geest.’

Jezus lijkt Nikodemus uit te leggen dat er zoiets bestaat als spirituele wedergeboorte, Het gaat niet om letterlijk ‘terugkeren naar de moederschoot’ zoals Nikodemus denkt, maar om een innerlijke transformatie. Een transformatie waardoor je wordt zoals de wind, die waait waarheen hij wil. Maar Nikodemus ziet het echt niet, hij begrijpt er niets van. In zijn ogen is ‘met God zijn’ niet zomaar wat rondwaaien zoals de wind doet, maar het nauwgezet volgen van elke jota, komma en punt van de Wet. En hij wil best erkennen dat Jezus een leraar is, die diezelfde Wet op een vernieuwende wijze uitlegt, maar hij is geenszins van plan om te gaan leven vanuit de Geest van de Wet. Want voor Nikodemus kan God pas tevreden zijn als je precies doet wat er in de regels omschreven staat. En dan, héél misschien, is God genadig. Pas dan, en ook enkel dan, is God voor Nikodemus liefde: een voorwaardelijke liefde dus. Die voorwaarden zijn 613 voorschriften die tot op de letter gevolgd moeten worden. En als je dat niet doet: even goede vrienden op aarde, maar dan ben je geen vriend van God in de hemel. Nikodemos valt daarna eigenlijk stil.

De laatste vraag die Nikodemus aan Jezus stelt is: ‘Maar hoe kan dat?’ Jezus gebruikt de ruimte die de stilgevallen Nikodemus laat door hem en ons uit te leggen wat Zijn missie op aarde is. Zijn missie is om net als de koperen of bronzen slang van Mozes omhoog geheven te worden, zodat iedereen die gelooft het eeuwig leven heeft. Jezus doelt daarmee op een verhaal op het boek Numeri in het Eerste Testament waarin Mozes een koperen slang had. Wanneer mensen door een slang gebeten waren, stierven ze niet als ze keken naar deze slang. Hij lijkt daarmee te zeggen: door straks na mijn dood en opstanding naar mij te kijken, omhoog geheven aan het kruis, word je genezen van de beet van de slang. Dan valt de steeds maar intredende duisternis van je af, en dan zie je pas echt, dan wordt je opnieuw geboren en kun je het Koninkrijk van God binnen gaan. Dan ben je als de Geest die waait waarheen hij wil.

Vrij zoals de wind

Maar wat kunnen we hiervan leren over onszelf? Ik zelf denk dat de meeste mensen zoals Nikodemus zijn. Want wie van ons voelt zich echt geaccepteerd en liefgehad door God? Wie vindt zichzelf dat waard? De meeste van ons veroordelen zichzelf gemakkelijk. We vinden dat we de verkeerde dingen denken, dat we niet de goede dingen doen. Of misschien soms wel een beetje, maar dan toch weer niet genoeg. We vinden onszelf te egoïstisch, niet liefdevol genoeg naar anderen. Of we vinden onszelf te oppervlakkig. We kunnen ons niet voorstellen dat we de liefde van God waard zijn. We zijn daarom niet vrij, zoals de wind. We veroordelen onszelf dagelijks door een zelfopgelegde Wet, zoals Nikodemus deed met zijn 613 strikte voorschriften. En we proberen Jezus wel te vinden, hij is immers een groot leraar, maar we begrijpen helemaal niet wat hij ons wil zeggen. We proberen wel te luisteren, maar we zien het niet. We zien Hem niet. Net als Nikodemus dolen we rond in duisternis. We zien geen hand voor ogen en kunnen daarom het Koninkrijk van God ook niet vinden.

Het kruis als sleutel

Maar ook voor ons zit de sleutel in het geheven kruis. Wie daarnaar kijkt en het kruis werkelijk ziet, die ziet wat God werkelijk is: een liefdevolle Bron die als een zorgzame Vader of Moeder ons het goddelijke Kind stuurde, om voor ons te leven en te sterven, en ons zo de Geest van liefde te geven. Als we het kruis werkelijk zien, zien we dat er altijd al een God is geweest en ook altijd zal zijn. Een die nooit zal laten varen het werk van Haar handen. Een God die bereid is het kruis op te nemen om voor ons te sterven aan dat kruis en voor ons door het vuur te gaan. Een God die voor ons kan lopen over het water enkel en alleen om bij ons te kunnen zijn. Alles opdat wij opnieuw geboren kunnen worden en kunnen worden als de Geest van God zelf die waait waarheen hij wil en alles liefheeft zonder voorwaarden en beperkingen. De Geest die, als je ervoor open kan staan, overal en altijd voelbaar en vindbaar is. Die, als je dat kan geloven, ook jou, met al je gebreken, liefheeft. De Geest die is als de brandende braamstruik, die brandt als een vuur van liefde voor jou. Niet als een verterend vuur, maar als een reddend vuur dat wel warmte en licht geeft, maar geen vernietiging. Het is bevrijdende liefde, die ons wil bevrijden van de knellende banden van het aardse, van de slavernij van wetten die wij onszelf opleggen. De bevrijdende liefde die ons wil maken als de wind: als de geest zelf, die overal kan waaien, vrij en zonder beperkingen.

Liefde zonder voorwaarden

Jij bent precies zoals God je altijd al gewild heeft. Wie dat kan accepteren, wie dat ziet, wie dat woord verstaat, die wordt opnieuw geboren en is niet meer alleen. Wie zijn oude, niet door zichzelf geaccepteerde ik kan loslaten, die is niet meer alleen. En zelfs als je dat niet lukt: God heeft je toch lief, ook al zie je het zelf niet of nog niet. God kan namelijk niet anders, omdat dat is wat God is: de Drie-Ene – Bron, Kind en Geest. Een ultieme liefde, die over alle door onszelf opgelegde beperkingen en zorgvuldig opgebouwde muurtjes heen gaat. Tot ver over de grenzen van ons universum.

Met leven als goed mens, als integer mens, levend volgens de algemene regels van wat goed is, komt het dan vanzelf goed. Want wie zich volledig geaccepteerd weet, wie zich onvoorwaardelijk geliefd weet, kan zelf ook beter andere accepteren en liefhebben. Wie wordt gezien, kan zelf ook beter zien. Wie wordt gehoord kan zelf ook beter luisteren. Zo worden we als vanzelf de mensen die we altijd al hoopten te worden, en eigenlijk altijd al van binnen waren. God heeft het in ieder geval altijd al geweten: ook jij bent het leven waard. Ze heeft het je immers zelf geschonken.

Dat het zo zal zijn.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *