Neem mij aan zoals ik ben

Overweging op zondag 13 oktober 2024 door Jeffrey Korthout

Bij: Deuteronomium 15:1-11 en Marcus 10:17-31

 

Het evangelieverhaal dat we vandaag gelezen hebben uit het evangelie van Marcus, is denk ik een belangrijk verhaal. Zowel Marcus als Matteüs en Lucas vermelden min of meer ditzelfde verhaal waarin een rijke jongeman naar Jezus komt en vraagt wat hij moet doen om Jezus te kunnen volgen. Mogelijk vonden de eerste christenen de levensles in dit verhaal erg belangrijk voor mensen die Jezus willen volgen. Maar wat nu precies die levensles in dit verhaal is, laat zich minder makkelijk verstaan. Wanneer je de lezing oppervlakkig leest, lijkt het er op dat er een probleem is met rijk zijn. De rijke jongeling is al best wel een goed mens: hij leeft naar eigen zeggen al sinds zijn jeugd volgens zes van de Tien Geboden. Geen slechte score zou ik zo zeggen. Maar toch staat er volgens Jezus nog één ding in de weg om Hem echt te kunnen volgen: zijn rijkdom, waarmee hij verwijst naar de lezing uit Deuteronomium die we vandaag ook lazen. Het doet me denken aan Franciscus van Assisi, die zijn leven begon als zoon van een welvarende en succesvolle lakenkoopman. Na een jeugd vol feest, mooie kleding, goed eten en veel vrienden van het ‘als je wint, heb je vrienden’-type besloot hij om God te gaan volgen en gaf tot grote schrik en ergernis van zijn vader alles wat hij bezat aan de armen weg. Zo bekeken is er dus blijkbaar een pasklare aanpak om dichter bij God te komen: geef alles wat je hebt weg aan de armen. Pak daarom nu allemaal de Givt app erbij en begin met doneren, totdat je door je kapitaal heen bent. En namens onze penningmeester: vergeet daarbij uiteraard Stichting Ekklesia Tilburg niet.

Is rijkdom wel het probleem?

Maar voordat je echt je telefoon erbij pakt, luister nog even verder. Er is namelijk meer aan de hand in deze lezing. Een onopvallend, maar denk ik wel belangrijk detail, is dat Jezus de zes van de Tien geboden die hij opsomt aan het begin van de lezing, in een andere volgorde opsomt dan gebruikelijk. Er lijkt een soort volgorde van oplopende moeilijkheid in te zitten. Zeker als je ze bekijkt in de Joodse culturele context van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt. Want als ik tegen je zeg: je kunt God pas echt volgen als je niet moord , zullen hopelijk de meeste van jullie denken: geen probleem, dat doe ik al sinds mijn jeugd. Daarna volgen dan overspel en stelen. Daarmee wordt het voor ons wellicht iets lastiger. Misschien heb je wel eens wat gestolen of ben je een keer vreemd gegaan. Of misschien wel allebei. Binnen de Joodse context echter waren de gevolgen van stelen en vreemd gaan veel heftiger dan in onze tijd. Mogelijk verloor je een hand, werd je gestenigd of werd je verstoten. Bij de laatste twee geboden: niet liegen, niet bedriegen en respect tonen voor je ouders wordt het in zowel onze tijd als destijds nog lastiger. Want wie van ons heeft er nog nooit gelogen of iemand bedrogen? En wie van ons is nooit respectloos geweest naar zijn ouders?

De rijke jongeling heeft deze geboden echter sinds zijn jeugd allemaal, altijd al, strikt opgevolgd. Niet voor niets kijkt Jezus hem liefdevol aan. Maar één ding staat hem volgens Jezus nog wel in de weg: zijn rijkdom. En ik denk niet dat Jezus dan bedoelt het bezit van geld op zich, maar eerder de mate waarin de rijke jongeling het ziet als zijn eigen verdienste. Je kunt namelijk op twee manieren kijken naar het hebben van geld. Zoals in de mythe van de Amerikaanse droom: ‘The Selfmade Man’ die op eigen kracht zijn rijkdom bij elkaar geknokt heeft. Begonnen met een krantenwijk en nu CEO van een imperium van hotels of supermarkten: míjn verdienste, míjn zuurverdiende centen! Maar je kunt het ook zien als een gunst die toevalligerwijs op jouw levenspad kwam. Jij was in de gelukkige omstandigheid en je had de mogelijkheden waardoor het je lukte rijk te worden. Je rijkdom is je gegeven.

Uit de moeite die het de rijke jongeling kost om afstand te doen van zijn rijkdom leid ik af dat hij vooral in het eerste geloofde. Hij werd somber toen hij hoorde dat hij zijn zuur verdiende centen waarvoor hij zo hard had geknokt moest weggeven en ging terneergeslagen weg. Jezus merkt dan ook op: ‘Het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan.’ De leerlingen schrikken hiervan: voor wie is het dan nog mogelijk om gered te worden? Jezus kijkt hen dan aan en zegt: ‘Bij mensen is dat onmogelijk, maar niet bij God, want bij God is alles mogelijk.’

Wat staat tussen jou en God

Het punt wat ik wil maken is dat het bij deze jongeman niet het geld zelf, maar zijn omgang met geld was die tussen hem en God in stond. Maar geld hoeft niet altijd een sta in de weg te zijn tussen jou en God. Je kunt ook rijk zijn en minder gehecht zijn aan je rijkdom. Maar dan is er mogelijk wel weer iets anders wat tussen jou en God in staat. En misschien staat er altijd wel iets tussen ons en God in. Zelfs Jezus lijkt dit te beseffen. Als de rijke jongeling Jezus ‘goed’ noemt aan het begin van de lezing vraagt Jezus hem: “Waarom noemt u mij goed? Niemand is goed, behalve God.” De lezing lijkt daarom vooral een vraag aan ons allemaal: wat staat er tussen jou en God in? Misschien is het wel je gebrek aan liefde voor jezelf wat je van God afhoudt. Je kunt je al lastig voorstellen dat een ander mens jou bijzonder vindt, laat staan zoiets als God. Of je hebt voor je gevoel al zoveel geboden overtreden dat je jezelf al veroordeeld hebt, God hoeft niet eens meer een oordeel over je te hebben. Of misschien ben je wel een kleptomaan en is het vooral je verslaving aan stelen wat je van God afhoudt. Of het is de manier waarop je macht uitoefent, of de manier waarop je in aanzien staat bij de mensen om je heen. Ieder mens, en blijkbaar zelfs Jezus, heeft wel iets wat tussen hem en God in staat.

Maar wat daarnaast net als bij de rijke jongeman ook waar is voor de meeste mensen: er is ook genoeg wat je wél goed doet. Je bent misschien wel een hele goede liefdevolle vader, moeder, opa of oma voor je kind of kleinkind. Of je staat altijd klaar voor iedereen die maar hulp nodig heeft. Of je bent voor velen het luisterend oor dat ze nodig hebben, of de schouder om op uit te huilen. En alleen daarvoor al kijkt Jezus ook jou, net als hij deed bij de rijke jongeling, vol liefde aan. God heeft je nu al lief, precies zoals je nu al bent en zoals je nu al doet. Zij neemt je aan zoals je nu al bent.

En wil je net als de rijke jongeman net dat stapje extra doen, dan zegt Jezus ons: ga op zoek naar wat er nog tussen jou en God is. Maar weet wel: dat overwinnen zal niet makkelijk zijn, het zal zo lastig zijn als voor een kameel om door het oog van een naald te gaan. En als je je realiseert dat het voor jou onmogelijk is datgene wat tussen jou en God staat te overwinnen, weet dan ook: wat voor ons onmogelijk lijkt, is niet onmogelijk voor God, bij God is alles mogelijk. Daarom zullen velen die denken en geloven de eersten te zijn, de laatsten zijn en velen die denken en geloven de laatsten te zijn, de eersten.

Dat het zo zal zijn.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *