De vraag is niet wát je doet, of hóe, maar waaróm?
Overweging zondag 26 september 2021 door Natascha Leeuwenkuijl
Bij: Numeri 11, 24-29 en Marcus 9, 38-50
Heel eerlijk: het is iedere keer weer een worsteling om een overweging te maken die ook daadwerkelijk tot nadenken stemt. En tegelijkertijd is het ook een verrijkende opdracht. Uitgenodigd om de woorden van de Schrift écht te lezen, ontdek ik altijd meer dan anders. Zo ook deze keer. En dat levert dan weer een goed gesprek op met vrienden, zelfverklaarde atheïsten incluis. En dan hebben we nog het wereldwijde web: inspirerend en leerzaam!
Ruimte geven
Zojuist hoorden we woorden uit het Oude Testament én uit het Nieuwe Testament, en toch leek het alsof we hetzelfde hoorden. Luister! In Numeri lezen we dat de Ene de geest geeft aan de zeventig oudsten van het volk. Of beter aan zeventig min twee. ‘Twee mannen waren in het kamp gebleven. Zodra de geest op hen rustte begonnen ook zij te profeteren. Een jongeman rende naar Mozes en zei: Eldad en Medad zijn aan het profeteren. Zeg dat ze daar mee ophouden!’ Maar Mozes zei: Profeteerde iedereen maar!’
En Marcus verhaalt: ‘Meester, we hebben iemand gezien die in uw naam demonen uitdreef. We hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten. Jezus zei: Belet hem niet. Want iemand die een wonder verricht in mijn naam kan onmogelijk het volgende moment kwaad van mij spreken. Wie niet tegen ons is, is voor ons.’
Mozes én Jezus reageren hetzelfde op de boodschapper die hen informeert dat het woord God’s wordt verkondigd door mannen die buiten de groep staan: ze geven deze mannen ruimte. En hoe.
Vertrouwen
Je kúnt zeggen dat Jezus de man die in zijn naam demonen uitdrijft het voordeel van de twijfel geeft. ‘Als je niet tegen ons bent, dan ben je voor ons.’ Maar dat is me te gemakkelijk. Op de ene of andere manier heb ik het beeld van een Jezus die weloverwogen handelt, en daar past het voordeel van de twijfel geven niet in.
In mijn perspectief geeft Jezus de man bewust het vertrouwen, zoals ook Mozes de twee mannen het vertrouwen geeft om het woord God’s te verkondigen. En dat intrigeert me. Wat maakt dat Mozes en ook Jezus dat vertrouwen geven? En daar komt het motto van deze dienst om de hoek: ‘De vraag is niet wát je doet, of hóe, maar waaróm!’
‘De vraag is niet wát je doet, of hóe, maar waaróm!’
Dit zijn de woorden van Alex Brenninkmeijer in zijn boek Moreel leiderschap. In zijn boek stelt hij dat we (te) veel bezig zijn met wát of hóe we doen, maar dat de kernvraag zou moeten zijn: Waaróm doen we het? Wat beweegt ons? Wat zijn jouw en mijn motieven? Wat is wezenlijk? Het antwoord op deze vragen geeft immers richting aan ons handelen, aan wát we doen en hóe.
Leiderschap vanuit Gods inspiratie
Kennelijk herkenden Mozes en Jezus de inspiratie van God in de woorden van de mannen, en dat maakte deze mannen tot leiders van het volk. De vraagt rijst of leiderschap is voorbehouden aan mensen met een bovennatuurlijke gave? De profeten uit de tijd van Mozes en Jezus en in onze tijd grootheden als Nelson Mandela en Angela Merkel. Ik denk het niet. We kunnen allemaal moreel leiderschap tonen, door te bepalen wat we waarde(n)vol vinden, en daar ook naar te leven.
Dat klinkt gemakkelijker dan het is – alsof je op een middag bij een kopje thee denkt: Zo, ik heb mijn waarden ten leven bepaald!
Reflectie en openheid
Bepalen wat voor jou wézenlijk is in het leven vraagt allereerst bewustzijn van wat we hebben meegekregen van de traditie waar in we zijn opgegroeid. Wat kregen we mee van ons familiesysteem, en van de christelijke traditie waarin we groot zijn geworden? Op dat fundament vormen we onszelf, en dat is een proces van leren mét en van elkaar, van ouder worden en van vallen en opstaan. Het vraagt moed om te reflecteren op het eigen handelen en daarvan te leren, en het vraagt kwetsbaarheid om jezelf te openen voor inzichten van anderen en jezelf te voeden met andere perspectieven. Zo ontwikkelen we ons tot mensen die zich bewust zijn van wat ons beweegt in het leven.
Staan voor je principes
Maar met bewustzijn alleen zijn we er nog niet. Mozes zegt: Profeteerde iedereen maar! We worden net als Eldad en Medad opgeroepen om ons uit te spreken, én daarnaar te handelen (en de verantwoordelijkheid te nemen voor gevolgen). En ook dat vraagt moed. Het vraagt moed om te stáán voor je principes, ook als het moeite kost, of als anderen deze betwisten. En tegelijkertijd is dat wat de Ene van ons vraagt: dat we richting geven aan ons eigen leven en ook aan het leven van anderen. Profeteerde iedereen maar!
Samen in beweging, in de geest van de Ene
En dan hebben we nog het gegeven dat Mozes en Jezus de profeterende mannen láten waar ze zijn: buiten de gemeente, ongetwijfeld tot verbazing van de boodschappers die Mozes en Jezus informeren. We horen hen immers zeggen: ‘We hebben geprobeerd hem dat te beletten omdat hij zich niet bij ons wilde aansluiten.’
Dat intrigeert me. Wat maakt dat Mozes en ook Jezus het vertrouwen geven aan mensen die zichzelf bewust buiten de groep plaatsen? We zullen het ze nooit kunnen vragen, maar een scenario is dat Mozes en Jezus juist beláng hebben bij mensen die zich, verbonden in de geest van Ene, nét buiten de gemeenschap plaatsen. Waarom? Omdat deze buitenstaanders vanuit de verbinding ook spanning kunnen creëren. Ze hebben afstand en vanuit deze afstand kunnen ze kritisch zijn op het groepsproces dat het risico in zich draagt van groepsdenken, van interne gerichtheid tot uiteindelijk losgeraakt zijn van een maatschappij die zich ontwikkelt en een gemeenschap die daar niet in meebeweegt. Mozes, en ook Jezus, en ook wij hebben belang bij mensen die vanuit de waaróm, ons bevragen op de wát en de hóe. Omdat dát maakt dat we in beweging blijven met elkaar, in de geest van de Ene.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!