Een gedeelde eerste plaats

Overweging zondag 7 november 2021 door Kees de Groot

Bij: Leviticus 19,1-18 en Marcus 12,28-34

Voor een goed begrip van de evangelielezing van vandaag is het zinvol iets te weten van de discussies die speelden in het jodendom van de tijd waarin Jezus en zijn volgelingen leefden,

Terwijl aan de ene kant de tempel in Jeruzalem met haar priesters centraal stond als de gezaghebbende instantie voor kennis over hygiëne, voeding, gezondheid, seksualiteit, opvoeding, gedragsregels en zo meer, werden aan de andere kant netwerken rond ‘rabbi’s’ belangrijker. Ook zonder af te stammen van een elitaire familie, kon je je, minstens als man, gaan verdiepen in de Bijbel, je mening vormen, deze verkondigen en volgelingen krijgen. En zo kwamen spraakmakende figuren op, waar iedereen in en om Jeruzalem wel van gehoord had.

U zult begrijpen dat elke overeenkomst met de huidige tijd, waarin sociale media belangrijker zijn geworden ten opzichte van de gevestigde kranten, tijdschriften en TV-kanalen, geheel op toeval berust.

Zoeken naar het basisbeginsel

Een belangrijk punt van debat was de vraag vanuit welk basisbeginsel je teksten zoals die uit Leviticus die we in de eerste lezing hoorden, moet opvatten. De lezing begon met eerbied voor God en voorschriften voor het offer en eindigt met de oproep om de naaste lief te hebben. Tussendoor wordt verboden om bij het oogsten de akkerrand met rust te laten. Wat houdt nu dit alles bijeen? Hoe lezen we dit als een geheel? Wat is het grondprincipe?

De rabbijnse literatuur vertelt daar over:

Het gebeurde eens dat een niet-jood bij rabbi Sjammai kwam -hij was vermoedelijke net aan het klussen- en zei: “Ik wil proseliet worden, op voorwaarde dat je mij de hele Tora leert in de tijd dat ik op één been sta – stante pede dus.” Waarop Sjammai hem wegjoeg met de duimstok die hij in zijn hand had. Toen kwam de man bij rabbi Hillel en die maakte hem proseliet en zei tegen hem: “Wat jou onaangenaam is, doe dat niet aan je medemens. Dat is de hele Tora, de rest is uitleg. Ga en leer!” [Babylonische Talmoed, Sjabbat 31a]

Wat is de grote samenvatting, de kelal gadol, van de Tora, de Weg ten Leven?

Rabbi Akiva zegt: “Heb je naaste lief als jezelf” (Lev. 19:18) Dit is de grote samenvatting in de Tora. Rabbi Ben Azzai zegt: “Dit is het boek van de verwekkingen van de mens: ten dage dat God de mens schiep, schiep Hij hem in de gelijkenis van God. (Gen. 5:1). Deze samenvatting is groter dan die van Akiva. [Sifra Kedosjiem op Lev. 19:18]

Positie kiezen

U hoort, de geleerden waren het hierover niet geheel eens, maar er waren wel richtingen, en meer dan deze. Wanneer dus aan rabbi Jesjoe (Jezus), die leefde in de tijd zo tussen Hillel en Akiva in, wordt gevraagd wat volgens hèm het eerste gebod is, is dat eigenlijk een vraag aan welke kant hij staat. Bijvoorbeeld: bent u er zo een die zegt dat we vooral God moeten liefhebben of sluit u zich aan bij degenen die menen dat de naastenliefde voorop staat? Which side are you on? – om met een Engels vakbondslied te spreken. Of, in de taal van Frank Boeijen: ‘Denk goed na aan welke kant je staat.’ We kunnen het elk jaar horen aan het einde van The Passion, in weer een nieuwe adaptatie van de klassieker Zwart-Wit. Laat maar horen, Jezus: een kort antwoord graag. Of laat maar zien: deze rij vindt x ( die zijn orthodox) en die rij daar tegenover vindt y (die zijn woke). Loop je naar links of naar rechts?

Poëzie tegenover dogma’s

Nu schakel ik even over naar Herman Finkers die vertelde (Na de Pauze) dat hij in een interview voor een of ander tv-programma een vraag kreeg van een nogal rationeel ingestelde interviewer (“Dat hij compleet knettergek was wil ik nog niet zeggen…, maar het scheelde ook weer niet veel.”).

“Geloof je dit nu allemaal, Herman?”

Herman dacht: tja.

Hij moest denken aan de school waar hij op zat. Een rooms-katholieke jongensschool. En op die rooms-katholieke jongensschool werden ze doodgegooid met dogma’s: het dogma van ’1+1=2′ bijvoorbeeld en het dogma van ’iets is in wezen niets anders dan…’: ’Een boom is in wezen niets anders dan een zuurstoffabriek.’

“Die zuurstoffabriek benauwde mij en verstikte alle poëzie. Tot op een dag de kapelaan in de klas kwam. De kapelaan vertelde ons: ’Er is maar één God. En Hij bestaat uit drie personen.’ Ik dacht: Goddank, eindelijk iemand met wie je fatsoenlijk kunt praten. Want tot dan toe had ik op school maar één interessant verhaal gehoord. Dat was het verhaal van de drie musketiers, want die waren met z’n vieren. Dat was een verhaal met ruimte. Maar de kapelaan barstte van de verhalen met ruimte. Zo zei hij: ’God is het begin van alles. Voor God was er niets. En Maria is zijn moeder.’ Het was of mijn dichtgeknepen keel weer open ging en ik weer mocht ademhalen.”

De poëzie van Jezus

Met Jezus viel zogezegd ook fatsoenlijk te praten.

Wat is het eerste gebod? Nou dit: hij begint met het reciteren van het Sjema Jizreel, dat tot op de dag vandaag twee maal per dag gebeden dient te worden:

Hoor Israël, de HEER is onze God, de HEER is de enige. (Deuteronomium 6:4). Heb daarom de HEER, uw God, lief, met hart en ziel en de inzet van al uw krachten. (Deut. 6: 5, 11:13)

En Jezus vervolgt: het tweede is: heb je naaste lief als jezelf.

Het eerste gebod bestaat uit … twee geboden! Jezus lijkt hier op een boeddhistische zenmeester die de vraag van een leerling beantwoordt met een raadsel: “Toon me het geluid van één klappende hand”. Dat kan niet kloppen, zegt de ‘man van wetenschap, van feiten en zo meer’: “Wat is nou het eerste gebod – x of y?” Nou: x én y.

Eenheid die tegenstellingen overschrijdt

Bij de naamloze Schriftgeleerde, die een stapje naar Jezus had gezet -mooi detail- valt het kwartje. Hij maakt Jezus’ woorden tot de zijne. En ik zie daarbij zijn ogen fonkelen. Het gaat er niet om aan welke kant je staat. Het gaat erom dat je ‘het’ ziet. Dat je niet blijft hangen bij dogma’s, partijstandpunten, gestaalde opvattingen, politieke correctheid. Dat alles gaat voorbij.

Waar ‘het’ om gaat is uiterst simpel. Daar is geen onderscheid tussen woke en orthodox, verlicht en weldenkend, verstandig en helderziend. Geen onderscheid tussen liefde voor God en de naaste. Geen onderscheid. Enkel liefde.

Eén.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *