Koning op aarde zoals in de hemel

Overweging zondag 21 november 2021 door Miranda Vroon-van Vugt

Bij: Christus Koning, Daniël 7,13-14 en Johannes 18,33b-37

 

De Heer is gekomen, in ons midden, omdat Hij niet ver wou zijn. Midden onder u staat Hij die gij niet kent.

Ergens in de bijbel staat: wat gij voor de minste van mijn broeders hebt gedaan, hebt ge voor mij gedaan. Je kunt dat ook lezen als: doe goed voor je naasten, want je weet niet of Hij het is die onder ons staat. Het kan een klein kind zijn, het kan een koning zijn. Het is Hij die naast je is. Een sterke oproep om de mensen die zich onder ons begeven goed te behandelen. Wie is het kind dat onder ons komt? De man, de vrouw, het gezin? Wie is die koning? Hoe kunnen we hem herkennen?

Heerser en herder

Het beeld van een goede koning in het Oude Testament is aan de ene kant een heerser, zoals Saul, David en Salomon. Legeraanvoerder, streng doch rechtvaardig, hoog te paard. Aan de andere kant is het een herder. David wordt door God geroepen: jij zult mijn volk weiden. Wat een opmerkelijk beeld. Dit is niet het beeld van een koning hoog te paard. Nee, dit is het beeld van een herder die het volk weidt zoals hij eerder zijn schapen weidde. Een herder die voor zijn kudde uitloopt om het de weg te wijzen naar grazige weiden. Een herdersjongen die zijn volk zal leiden.

Jezus als koning

Dat is het beeld van de goede koning zoals dat onder de Joden leefde. Een koning zoals David. De mooie jongen die door God was uitverkoren om zijn volk te leiden en die het land tot een groot land maakte. Dat was ook het beeld dat leefde in Israël in de tijd van Jezus. Toen onder zijn leerlingen het idee ontstond dat Jezus de Messias, de Christus, de Gezalfde, zou zijn, was het niet moeilijk voor hen om hem als koning te zien. Ook al was Jezus van eenvoudige komaf. Dat was koning David ten slotte ook geweest.

Voor iemand als Pilatus is dit moeilijk te begrijpen. Iemand die als misdadiger voor hem gebracht is, een koning? Hoog te paard, dan was hij met alle eer omgeven. Nu heeft Pilatus wel gehoord dat deze Jezus een koning zou zijn, maar hij herkent hem niet.

Het is ook niet makkelijk in Jezus een koning te zien. Hij is geen heerser zoals David, en een herder is moeilijk te herkennen. Alleen voor de schapen, die kennen hun herder, zoals de herder hen kent.

Niet voor niets verhalen de evangeliën dat zij Jezus zien als de Messias van Israël. En niet voor niets lezen we met Kerstmis dat Jezus in de stad van David is geboren. Hij zal de opvolger van David zijn, Hij is het die van God de opdracht heeft gekregen om zijn volk te weiden, over zijn volk te heersen.

Wat voor koning dan?

Toch blijkt steeds weer in het evangelie, dat de mensen moeite hebben om de persoon van Jezus te plaatsen. Wat doet hij; hij is geen legeraanvoerder, maar hij eet met tollenaars, hij gaat om met de uitgestotenen in de samenleving. Hij vertelt wel over een koninkrijk, maar hij lijkt niet van plan om het koninkrijk van David op de Romeinen te veroveren. Hij trekt wel naar de stad van David, Jeruzalem bij Bethlehem, maar wordt daar gevangen genomen.

Anders dan gedacht

Wat is er gebeurd met het beeld van de Joodse koning David? Past Jezus nog in dat beeld? In de verhalen wordt benadrukt dat Jezus wel degelijk de koning is, de Messias, de redder van het volk. Maar steeds weer wordt duidelijk dat het net iets anders is dan we dachten. Jezus past meermalen in het beeld van koning David. In ieder geval in het wat romantische beeld dat overblijft als je de verhalen over wat David deed tijdens zijn koningschap weglaat. Ook Jezus is door God uitverkozen. Ook Jezus is degene die het volk zal weiden, als een herder. Ook Jezus zal heersen over een koninkrijk. Maar dan Gods koninkrijk. Onzichtbaar voor mensen, zichtbaar gemaakt door mensen.

Visioen van Daniël

In het visioen van Daniël zien we het beeld van de hemelse koning terug. God als een hoogbejaarde, een beeld dat we allemaal nog wel kennen. Mensen die nooit meer een kerkgebouw van binnen zien behalve op vakantie, vertellen hoe God als een oude man in de hemel zetelt. In het visioen van Daniël is het een mensenzoon die voor hem wordt geleid, de macht en de koninklijke macht geeft. De mensenzoon krijgt de heerschappij voor eeuwig; een koninkrijk dat nooit te gronde gaat.

Koninkrijk van waarheid

Dat is het koningschap waar Jezus bij Pilatus naar verwijst. Een koningschap niet van deze wereld. Een koninkrijk van waarheid. Een koninkrijk voor mensen die zich willen bezighouden met de waarheid. Pilatus heeft er geen invloed op. Wel op het leven van de man die voor hem staat, maar niet op zijn verhaal, zijn boodschap, zijn waarheid.

Koninkrijk als opdracht

Wie Jezus als zijn, als haar koning wil en kan zien, ziet ook dat zijn koninkrijk een opdracht is. Tussen de verhalen waarin Jezus als de Christus, de Messias, de Gezalfde, de Koning wordt genoemd, lezen we de verhalen over wat dat betekent. Niet alleen in aanbidding onze handen opheffen naar de koning. Nee, gaan naar de mensen aan de rand van de samenleving, ze als mens aanspreken en mens laten zijn. Niet alleen ‘God in den hoge’ roepen en voorbijgaan aan het goddelijke in de mensen om ons heen. Nee, Christus Koning is het feest van de vraag welk beeld van God, van Jezus, wij nu eigenlijk hebben.

Groots en kwetsbaar

Voor wij de weg naar het kerstfeest inslaan, herinneren wij ons waar het om gaat. Voor wij God kunnen zien in het kwetsbare kind, herkennen we het kwetsbare in de koning Jezus. Verbinden we het beeld van de grote koning David met het koninklijke in onze medemens. Verbinden we het beeld van God, in grootsheid en kwetsbaarheid, met onze eigen naasten. Zodat wij degenen kunnen zijn die zorgen voor een hemels koninkrijk op aarde. Zodat wij zorgen voor een aarde waarin wij het kind van Kerstmis kunnen verwelkomen. Ieder jaar opnieuw.

Amen.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *