Verloren en gevonden

Overweging op zondag 27 maart 2022 door Arthur van Tongeren

Bij: 2 Kronieken 36:11-23 en Lucas 15:11-32

 

Avontuur versus conformisme

Na het lezen van de parabel over de verloren zoon, kwam spontaan het zojuist gezongen lied bij psalm 1, ‘Staan in winterlicht twee bomen’, bij me op. Het beeld van de twee wegen die de jongste en oudste zoon gaan, associeer ik daar blijkbaar onmiddellijk mee. De regels ‘Sluit de een zijn oren, ogen, wordt een zwaluw in zijn dromen’ tegenover ‘Grijpt de ander met zijn wortels naar nog dieper waterstromen’ vormen een sterk beeld van twee tegenovergestelde manieren van doen. Waar de een kiest voor vrijheid, een vlucht naar voren – misschien zelfs in een gedroomde werkelijkheid – neemt de ander het zekere voor het onzekere en grijpt terug naar de regels of wetten die hem al een leven lang tot leidraad zijn, en o zo vertrouwd voelen. Avontuur versus zekerheid en conformisme. Het is maar net waar je je goed bij voelt.

De wijde wereld in

Die jongste zoon, hij heeft het leven dat zijn vader voor hem heeft uitgestippeld wel gezien, vraagt zich af of hij dit zijn hele leven doen wil. Het avontuur lonkt, hij wil weg: zien wat de wereld hem allemaal nog meer te bieden heeft. Waar hij precies belanden zal en hoe het dan verder gaat? Hij ziet wel: leven van dag tot dag, reizen, mensen ontmoeten, de wereld wacht… Zolang hij geld heeft en er voor anderen iets te halen valt, lacht het leven hem toe. Maar eenmaal blut, zijn de vrienden verdwenen en is hij op zichzelf aangewezen. Hij  krijgt spijt dat hij het goede leven in zijn vaders huis achter zich gelaten heeft. Hoe herkenbaar is dit verhaal! Dromen we er allemaal soms niet van om alles achter te laten en te gaan, het ongewisse tegemoet. Maar tussen droom en daad staan wetten in de weg en praktische bezwaren, of iets van die strekking. Dus blijven we maar lekker zitten waar we zitten, precies zoals die oudste zoon, en kijken ondertussen enigszins jaloers naar de mensen die het avontuur wel durven aangaan. En hopen misschien stiekem dat het ze nog berouwen zal, als een soort bevestiging dat wij de juiste keuze hebben gemaakt. Of ken ik die oudste zoon nu wel heel gemene gedachten toe? Feit is dat hij achteraf jaloers is op zijn broertje, die bij terugkeer -na eerst zijn hele erfdeel te hebben verkwanseld- vorstelijk onthaald wordt door zijn vader.

Vreugde om de terugkeer naar het vadershuis

Uiteindelijk draait het hele verhaal precies daar om: de vreugde van de vader als een verloren gelopen kind de weg terug vindt. Jezus schetst hier God als een vader die zich verheugt over ieder mens die afgedwaald is van de weg van de Thora en tot inkeer komt. Die mens, die zondaar zoals Jezus zegt, zal in vreugde worden ontvangen. Precies zoals het volk Israël, na zeventig jaar ballingschap in Babylon als straf voor hun misdaden tegen God, de genade en verzoening van God mocht ervaren. De Enige is geen god die eeuwig blijft wrokken, maar een vergevingsvolle vader die zich weer verzoent met wie afdwaalt. Jezus vertelt deze parabel omdat de farizeeën en schriftgeleerden hem vragen waarom hij met zondaars omgaat. Is het misschien de bedoeling dat zij zichzelf herkennen in die oudste zoon? Die zoon, die niet net als de vader blij is om de terugkeer van de jongste naar het vaderhuis, maar woedend wordt. Hij heeft zich immers altijd keurig gedragen, volgens de regels geleefd, en wat heeft hij daarvoor ontvangen…?

Spiegel van onszelf

Het mooie van dit verhaal vind ik dat we onszelf in ieder van die twee jongens kunnen herkennen. De ene keer zijn we misschien wat meer die jonge gast, die het even niet zo nauw neemt met de regeltjes, de randjes opzoekt, de teugels viert en het leven wil proeven. Een andere keer lijken we juist meer op die oudste, die het allemaal wat ernstiger neemt en keurig binnen de lijntjes kleurt. En stiekem vindt, dat een ander dat ook zou moeten doen. Die twee voeren bij tijd en wijle een strijd in elk van ons, denk ik. En als we nog een stapje verder durven gaan: worden we niet uitgedaagd om ook zo goed als die vader te zijn? Om niet een ander zijn of haar fouten na te blijven dragen, maar een weg terug naar huis te bieden, vergevingsvol te zijn – zelfs zonder dat die ander daarom heeft gevraagd. Dan worden we echt mensen naar Gods beeld. Als Jezus de farizeeën en schriftgeleerden een spiegel voorhoudt, dan doet hij dat ook ons. Zelf laat hij zien dat het kan, hoe het moet. Hij neemt ieder mens serieus, zoals hij of zij is, met alle gebreken en tekortkomingen die erbij horen. Perfect is immers niemand. Op weg zijn naar dat rijk van God kan op vele manieren, en ieder kiest een eigen route, met vallen en opstaan, met falen en weer opnieuw proberen.

Een agressieve oudere broer?

Maar als ik het nu in een groter verband probeer te zien, vind ik het moelijker worden. Zou je bijvoorbeeld het volk van Oekraïne kunnen zien als zo’n jongste zoon, die in vrijheid de wereld wil verkennen? Dat zij willen proeven van alles wat de wereld van democratie en vrije markt hun te bieden heeft. Dat ze gewoon een beetje willen genieten en hun eigen keuzes maken. Niet losbandig en er maar op los levend, maar wel in alle vrijheid zelf fouten mogen maken – en die weer herstellen. Maar hier is geen sprake van een grote broer die, al dan niet jaloers, thuis blijft en toekijkt van een afstandje. Nee, hier is een grote broer die je achterna komt, keihard in het gezicht slaat en met geweld terug in het – naar zijn mening – enig juiste spoor wil dwingen. Stel dat je deze beeldspraak wilt gebruiken, dan blijf ik zitten met een grote vraag: waar is in Godsnaam dan die vader gebleven en waarom doet hij niets? Is er iemand die die rol op zich wil en kán nemen? Die zowel de een als de ander in zijn waarde laat en naar beide partijen verzoenend en zich ontfermend aanwezig wil zijn. Want dat is wat die vader in de parabel doet: hij veroordeelt noch de ene noch de andere zoon. Beide zijn hem lief en ook al kiezen ze allebei een andere weg, het is hún weg en die mogen ze gaan. Probleem is wel dat in ons eigentijdse verhaal die oudste zoon zich nu agressief gedraagt naar zijn jongere broertje, en zijn woede en frustratie op hem koelt. Of de vader in het verhaal van Jezus dat zou hebben laten gebeuren is voor mij een vraag… misschien moet ook de oudste soms berouwvol op zijn schreden omkeren en de weg terug naar huis zoeken.

Geloven in verzoening

De vreugde van de vader zal er niet minder groot om zijn, net zo min als zijn ontfermende kracht van liefde. Blijven wij alsjeblieft, tegen alle feiten in en tegen de klippen op, geloven dat het kan: een wereld in vrede, zonder onrecht, oorlog en geweld – en zonder al die onschuldige slachtoffers. Dat we God mogen zien en ontmoeten in mensen om ons heen. Dat we onvermoeibaar en volhardend blijven werken aan dat visioen dat ons van oudsher op het hart gebonden is.

Dat het ooit waar worden zal… moge het zo zijn.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *