In gesprek met het kwaad

Overweging op zondag 19 juni 2022 door Kees de Groot

Bij: Jesaja 65,1-9 en Lucas,26-39

Vorige week vrijdag was ik bij het MST, het inloop- en cursushuis dat vroeger bij de paters op de Bredaseweg zat, maar nu bij de fraters op de Gasthuisring schuin achter het station. Directeur Rob van der Zwan vertelde dat hij die ochtend per ongeluk een uur te vroeg (acht uur in plaats van negen uur) was aangekomen en dat Pavel er al was. Nou ja, hij noemt hem Pavel. Hij is in ieder geval Pools, heeft een woeste baard, loopt meestal met papieren in zijn hand rond, kijkt met een indringende blik om zich heen en heeft regelmatig aanvallen. De vrijwilligers zijn een beetje bang voor hem. Het wijk- en zorgteam weet niet wat ze met hem aan moeten. Hij valt onder geen enkele regeling. Hij hoort eigenlijk in Polen, waar hij ook af en toe naar teruggaat. Maar hij blijft komen.

Ik vertelde Rob dat ik vandaag een overweging zou houden bij het verhaal over de genezing van de man in het gebied van de Gerasenen. Moet je Pavel meenemen, zei hij letterlijk. U ziet: dat heb ik niet gedaan. Ik heb hem zelf niet meer aangetroffen en dan nog had ik het niet aangedurfd hem hier te introduceren.  Had ik het wel gedaan, dan zou deze overweging goeddeels overbodig zijn geworden, want ik houd eenvoudigweg een pleidooi voor ontmoeting.

Afstand en contact

Wat heb ik met jou te maken?’ roept de naakte, dakloze man aan de overkant van het meer van Galilea uit. Het is een vrije vertaling van een vaste Bijbelse uitdrukking. In het Grieks vier woorden: tì emoì kai soì ‘wat met-mij en met-jou?’  We komen die bijvoorbeeld ook tegen in het evangelie volgens Johannes wanneer op de bruiloft te Kana, Maria tegen Jezus zegt dat de wijn op is. Jezus antwoordt bot: ‘Wat is er tussen mij en jou?’ Een retorische vraag. Geïmpliceerd antwoord: niets!

Het is een rake zin zo aan het begin van ons verhaal, want hij drukt de afstand uit die er tussen de twee is, maar door dit uit te spreken begint het contact. Het tussenmenselijke, zoals Martin Buber dat noemt, is er wel degelijk. Wat heet, die twee hebben van alles met elkaar. Bij de aankondiging van Jezus’ geboorte aan Maria voorzegde de engel Gabriël dat hij ‘zoon van de Allerhoogste’ genoemd zou worden. Jezus is op dit moment in zijn leven veel genoemd maar niet ‘zoon van de Allerhoogste’. Die eer komt deze woesteling te beurt, of liever ‘de velen’ die in hem zijn, weten wie Hij is.

Legioen ben ik

En ze lijken zelfs op elkaar, Jezus en deze man. Niet lang daarvoor was Jezus zelf in geestvervoering geraakt en hing vervolgens in zijn eentje in de woestijn rond, veertig dagen lang, uitgehongerd, en kreeg verschijningen van de duivel. Die vervolgens van hem wegging. Daarna begon hij te preken in zijn landstreek. Zoals deze man wordt bezocht door demonen, niet te houden is en in eenzame streken rondgaat, tot de demonen van hem uitgaan, waarna hij in zijn stad aan het verkondigen slaat.

‘Ik weet wie jij bent’,  zegt de man. ‘Maar ik weet nog niet wie jij ben. Hoe heet je?’, vraagt Jezus. ‘Legioen’, zegt-ie. Er zit een complete legereenheid in het lijf van deze man. Duizenden voetsoldaten, mannen te paard, boogschutters en verkenners. De bezetting, de oorlog woedt in hem. Om hem heen probeerden de meeste mensen gewoon door te gaan met hun leven. Een opstootje hier, arrestaties daar, verkrachting, afpersing. Maar ja, het leven gaat door. Alles went, zelfs de aanwezigheid van een vreemde mogendheid. Maar hij heeft zich het lijden aangetrokken en gaat er bijna aan onderdoor. Het is ook om gek van te worden. Het is oorlog. We gaan eraan. Niet voor niets hangt hij rond bij de graven.

In gesprek met demonen

Jezus neemt zijn geestesgesteldheid serieus op een manier waarvan menig therapeut kan leren. Ik laat Stijn Vanheule aan het woord, hoogleraar psychoanalyse en klinische psychologie, auteur van het boek Waarom een psychose niet zo gek is:

“Een psychose draagt altijd iets onbegrijpelijks in zich en precies die onbegrepenheid moet gekanaliseerd worden. [..] Er zijn bepaalde aspecten waar de behandelaar bedreven in moet zijn en één daarvan is angst. Angst en psychose hangen nauw samen. Behandelaars zijn daar veelal zeer weinig in opgeleid. Patiënten zijn daarvan het slachtoffer. Men probeert bijvoorbeeld de eigen angst te controleren door de patiënt veel medicijnen te geven zodat die niet meer kan reageren, door het contact af te breken en patiënten af te zonderen, of door ze te onderwerpen aan een streng regime. Angst kan echter doorbroken worden door menselijk contant. Daarom denk ik dat jouw eigen angst leren hanteren het belangrijkste is voor een behandelaar. Pas dan kan je echt werken met de angst van  een ander, en helpen om een dam op te werpen tegen wat zo verschrikkelijk overspoelend is.” [tot zover Vanheule]

Aandacht hebben voor de belevingen is zijn devies en dat doet Jezus. Hij gaat in gesprek met de demonen als een schaatser met het ijs. Hij voelt aan en reageert. Hij gaat zelfs in onderhandeling. Die demonen zijn nu eenmaal realiteit.

‘Drijf ons niet in de afgrond maar in die varkens’.

‘OK’

En de varkens storten zich in de afgrond. Het kwaad straft zichzelf.

De man komt na deze ontmoeting en deze uitdrijving bij zinnen. Gekleed en wel treffen zijn stadsgenoten hem aan, zittend aan de voeten van de meester, die vreemde wonderdoende rabbi. Als ‘één van ons’. Wat hij natuurlijk altijd al was.

De ander zien

Angst verhinderde hen om dat te zien. We moeten hem vastbinden, dachten ze eerst, want hij is een gevaar voor zichzelf en zijn omgeving. Heel begrijpelijk. Ik veroordeel niet degenen die hem zelfs later nog niet accepteerden. Er is vertrouwen nodig om de ander die echt een ander lijkt, te zien als iemand zoals jij. Of het nu een verward persoon, een woedende demonstrant, een vreemdeling, een bureaucraat of een gebedsgenezer is. Of gewoon: een ander. Je ervaart afkeer, walging misschien zelfs. Je weet geen raad met de situatie. Je wendt de blik af.  Je vindt misschien ook nog dat dat eigenlijk niet zou moeten dus er komt ook nog schaamte bij.

En zo ben je druk bezig zonder dat er contact plaatsvindt. Zonder dat je de belevingswereld van de ander leert kennen. Maar er is die ruimte tussen ‘ik’ en ‘jij’. Die kun je benoemen. Wat hebben wij met elkaar te maken? Wat is de inter-esse? Letterlijk: ‘ertussen-zijn’. Wanneer je aanvaardt wat er is, in alle vreemdheid en onaangepastheid, kan er door de afkeer en het innerlijke verzet heen compassie opdoemen. Er is van alles tussen mij en jou. Het is wat jou jou en mij mij maakt. Compassie is een opgave en een gave.

Voorbij het trauma

Vorig weekend was ik op een muziekfestival bij Beekse Bergen. De afsluiting op zondagavond werd verzorgd door Nick Cave, een zanger, muzikant, kunstenaar en schrijver met een achtergrond in laten we zeggen het woestere muziekgenre. Een donkere stem, zwart haar, een lange gestalte die schopt en spuugt en zingt over de duistere kant van het bestaan.

Een maand eerder had hij zijn tweede zoon verloren. Kort voor de start van zijn tournee stuurde hij de volgende boodschap naar de gemeenschap van geïnteresseerden in zijn werk.

‘De vraag is niet waarom er kwaad in de wereld is. De vraag is waarom het goede bestaat. Waarom wordt er in een wereld die vaak zo wreed is, vastgehouden aan het goede en het schone? Waarom moet er eerst een vernietiging plaatsvinden voor de wereld zijn ware spirituele aard laat zien? Ik weet het antwoord niet, maar ik weet wel dat er een mogelijkheid is voorbij het trauma. Ik vermoed dat trauma het louterende vuur is waardoor we werkelijk het goede in de wereld ontmoeten.’ (Cave, Red Hand File #196) Tot zover Nick Cave.

Het optreden, en daarmee het festival, werd beëindigd met het ingetogen lied Ghosteen speaks waarbij Ghosteen een koosnaam voor God is. Godspraak dus.

Het refrein was:

I am beside you
You are beside me
Look for me

De duizenden mensen op het festivalterrein, buiten onder de supermaan, vroeg hij om de rol van het koor op zich te nemen. Twee woordloze noten: a -ha.

Dat deden we. Ik heb dat begrepen als een gezongen ‘amen’ op de zegen die hij uitsprak.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *