Ik ben de deur

Overweging door Jan Glorius op 30 april 2023

Bij: Nehemia 9, 6 – 15 en Johannes 10, 1 – 10

 

Vandaag lezen we hoe Jezus zich de goede herder noemt, maar de leerlingen begrijpen Hem niet. En dus legt Hij het nog eens uit, met een andere metafoor uit het herdersleven: “ik ben de deur.”

Jezus gebruikt hier het beeld van een primitieve stal in het open veld. De herders brachten hun schapen ’s nachts onder in een ommuurd stukje veld. Zo waren de dieren beschermd tegen roofdieren en rovers en dieven. Er was één opening en de herders stelden een bewaker aan die de hele nacht in de opening ging zitten waken, of dutten. Geen schaap of mens kon er dus in of uit zonder dat de bewaker het merkte. Letterlijk een menselijke deur dus.

Jezus als goede herder; er wordt goed voor ons gezorgd en over ons gewaakt, zoals de Enige altijd zorgend met en voor het volk Israël bezig is, zoals we in de eerste lezing zullen lezen.

Jezus als levende deur. De vraag is of wij die deur binnen durven gaan, want zo eenvoudig en uitnodigend als het klinkt, zo lastig is het om te doen.

Menselijke deur in de kunst

Marina Abramovic is de “grand lady” van de performance-kunst. Ze werd wereldberoemd om haar vaak schokkende, maar altijd indrukwekkende performances in de jaren 70 tot in het begin van deze eeuw.

Voor wie niet zo thuis is in de hedendaagse kunst: een performance is een handeling die een kunstenaar verricht, in aanwezigheid van het publiek, meestal in een galerie of museum. De kunstenaar wil met die handeling een statement maken over kunst, politiek, het menszijn of wat dan ook. En een performance wil vooral iets losmaken bij de toeschouwer.

Marina Abramovic borstelde bijvoorbeeld urenlang en tot bloedens toe haar lange haren met de steeds herhaalde zin: “Art is beautiful, the artist must be beautiful”

Abramovic maakte veel performances samen met haar toenmalige partner Ulay, die zelf ook kunstenaar was. In 1977 was een tentoonstelling van hun werk in een museum in Bologna. Er was slechts één nauwe toegang tot de museumzalen.
Abramovic en Ulay gingen naakt, met hun gezichten naar elkaar toe, in de deuropening staan. Iedereen die de tentoonstelling wilde bezoeken moest zich tussen hun naakte lichamen door wringen.

Dat is natuurlijk nogal wat! Durf je dat? Durf je een kort moment fysiek intiem te zijn met de kunstenaars? Durf je je eigen gene te overwinnen en ga je naar binnen of blijf je veilig in je comfortzone en blijf je buiten staan? Wat doet die keuze met je?

Ik ben de deur

“Ik ben de deur!” zegt Jezus vandaag, wanneer iemand door Mij binnenkomt zal hij gered worden.” Dit betekent dat we op een of andere manier intiem moeten worden met Jezus. Niet fysiek natuurlijk, dat kan niet, al waren er in de Middeleeuwen genoeg mystici die wél zo’n fysieke gewaarwording van Jezus voelden en hebben beschreven. Zo’n extatische gewaarwording is voor ons niet weggelegd. Gelukkig maar, denk ik!

Maar toch zullen we een intieme relatie aan moeten gaan met Jezus, willen we de deur naar de redding binnengaan. Durf je dat? Blijf je buiten staan en vasthouden aan je vertrouwde leven of durf je uit je comfortzone te stappen en je over te geven aan Jezus? En dan maar afwachten wat Hij van je wil en met je doet?

Weerstand of overgave

Je moet alles achter je laten, – Jezus zegt het zelf,- jezelf prijsgeven, een stuk van je ego opgeven. Je leven in handen van God leggen, “Uw wil geschiedde…” Het vraagt om overgave. En dat roept weerstand op.

Toen we in de leesgroep afgelopen seizoen een boek over Søren Kierkegaard bespraken, kwamen we zinnen tegen als: “tot niets worden”, “totale overgave” en “altijd ongelijk hebben tegenover God”. En toen Kierkegaard ook nog eens termen als  ‘zonde’, ‘plicht’ en ‘eis’ gebruikte, gingen bij sommige deelnemers van de gespreksgroep de nekharen overeind staan! Deze begrippen roepen herinneringen op aan een tijd waarin geloof een middel was om mensen klein te houden of klein te krijgen. En slechts met heel veel moeite hebben sommigen onder ons zich losgemaakt uit die strenge leer dat je een zondig mens bent en helemaal niets voorstelt en dat je je niet moest inbeelden dat je ooit tot de uitverkorenen zou worden gerekend.

Overgave aan de liefde

En toch bedoeld Kierkegaard dat helemaal niet, sterker nog: hij keerde zich af van een kerk die zulke dingen beweerde. Kierkegaard ziet het leven als een geschenk. Een geschenk van God aan jou. Een heel intiem geschenk, het meest persoonlijke wat je hebt. God heeft jou geschapen en gewild, God voelt een oneindige liefde voor jou: een liefde die verder gaat dan de dood.

Jezus was zich ten diepste bewust van die Liefde van God, waarvan Nehemia in de eerste lezing ook getuigd: de onvermoeibare aandacht en trouw van God voor zijn volk. Jezus wás die liefde van God.

Wat weerhoudt je ervan om jezelf dááraan over te geven? Aan die goede herder, wiens stem wij allemaal herkennen omdat ze ons vanaf de moederschoot is ingefluisterd.

Rovers en dieven

En toch aarzelen we aan die deur… want zo makkelijk is het allemaal niet! Geloven is een werkwoord. Er zijn rovers en dieven. Jezus spreekt daarvan en hij bedoeld natuurlijk de valse profeten, de Schriftgeleerden, de farizeeën, die met hun veelheid aan strenge regels en voorschriften die liefde van God verduisterden en door het opleggen van hoge lasten vooral zichzelf verrijkten.

Maar we kunnen ook onszelf beroven en bestelen. Om weer met Kierkegaard te spreken – er is “vertwijfeling”, namelijk de illusie dat jij zélf precies weet waar het om draait, dat jij zélf weet hoe het zit tussen jou en God. Dat jij zélf kunt bepalen wat wel en niet goed voor je is en dus ook voor een ander.

Focus op eigen geluk

In onze tijd staan zelfverwezenlijking en zelfbeschikking hoog aangeschreven. We denken dat we zelf verantwoordelijk zijn voor ons geluk. Dat is maar zeer ten dele waar. Door alleen ons eigen geluk na te streven worden we egocentrisch; vooral intiem met onszelf.

De meest wezenlijke dingen in het leven heb je juist níet zelf in de hand! Het leven zelf, de plaats en omstandigheden waarin je werd geboren, je lichaam, je huidskleur, je geaardheid, je gezondheid, de liefde die je van anderen ontvangt…ze zijn je gegeven!

Wordt ons niet iets heel kostbaars ontstolen als we dat vergeten? Raken we dan niet los van de band die we met onze Schepper hebben? Worden we niet beroofd van ons mede-mens zijn als we alleen maar aan ons eigen gelijk en ons eigen geluk denken?

Loslaten om jezelf te worden

Al dat egoïsme leidt je maar af van waar het om gaat; mens te zijn naast mensen, mens zijn tegenover God. Ofwel “God beminnen met heel je hart en je naaste als jezelf.”

Durf los te laten, zo leert Kierkegaard ons: wordt tot niets, dan bén je iemand, namelijk jezelf in een intieme relatie met je Schepper!

 “Ik ben gekomen om (…) het leven te geven in al zijn volheid.” zegt Jezus.

De vraag is niet of we ons langs het naakte lichaam van wie dan ook naar binnen durven wringen, maar of wij naakt en kwetsbaar de deur willen binnengaan…

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *