Midden onder u staat Hij die gij niet kent

Overweging op zondag 7 mei 2023 door Jeffrey Korthout

Bij: Deuteronomium 6, 20 – 25 en Johannes 14, 1 – 14

 

Verdwaald in de Drunense duinen

Ken je dat gevoel van verdwaald zijn? Ik kan me een keer herinneren dat ik met een groep vrienden de Drunense Duinen introk. We hadden de auto geparkeerd bij de Rustende Jager in Biezenmortel en gingen er op een vroege zomeravond op uit. Prachtige wandeling. En we hadden Jan – een van mijn inmiddels helaas overleden vrienden uit die tijd –  bij ons; hij kende de weg. Zorgeloos hebben we gewandeld, gelachen en genoten van de natuur en het gezelschap. Maar ergens in de loop van de avond, het werd al wat donkerder, werden we wat onrustig. Zijn we al weer terug aan het lopen naar de Rustende Jager? Jan verzekerde ons dat dit het geval was. Weet je het wel zeker? Ja hoor, deze kant op. Maar hoe we ook liepen en liepen, De Rustende Jager bleef uit, en het werd donkerder, en donkerder. Uiteindelijk bleken we, je voelt hem al aankomen, volledig verdwaald. Ergens tegen het middernachtelijke uur, inmiddels pikkedonker, kwamen we bij Drunen weer het bos uit, via allerlei bij-. zij- en omwegen. Gelukkig reed er nog een laatste nachtbus naar Tilburg, waardoor we in ieder geval in ons eigen bed konden slapen, in plaats van op een bankje aan een Drunense straat. Karlien, met wiens auto we waren gegaan, is de volgende dag terug naar Biezenmortel gegaan met de bus om haar auto op te halen. Al met al was het een heel avontuur, om nooit meer te vergeten eigenlijk. En het jammere is, dat een verhaal als deze steeds minder vaak voorkomt. Mensen hebben steeds minder vaak de ervaringen verdwaald te zijn, want als je het even niet meer weet, is daar onze telefoon. Je opent Google of Apple Maps en je weet meteen waar je bent. En nog handiger: ze wijzen je ook de weg terug: de weg terug naar de parkeerplaats, waar je veilige auto op je wacht. Terug naar huis, naar je comfortabele bed en weg uit het donkere bos.

Verdwaald in het leven

Maar op de levensweg raken mensen nog steeds weleens de weg kwijt. Of misschien niet eens weleens, eigenlijk zijn we voortdurend de weg kwijt. Want waar is de weg? Of wat is de weg? Of wie is de weg? Moet ik deze kant op of die kant? Zal ik dan jou volgen of toch die ander? En is de weg dat zandpaadje of toch die vierbaans snelweg? En hoe machtig en groot de techreuzen uit onze tijd ook zijn, een Google of Apple Maps voor de weg van het leven zelf hebben ze nog niet bedacht. Jezus zegt ons echter over de weg van het leven: “Wees niet ongerust, maar vertrouw op God en op mij. In het huis van mijn Vader zijn veel kamers; zou ik anders gezegd hebben dat ik een plaats voor jullie gereed zal maken? Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben.” Of te wel: wees niet ongerust over de weg, want de weg van het leven zal, mits we kunnen vertrouwen of God en op Jezus, leiden naar de plaats waar Jezus na zijn dood is heengegaan.

In het huis van mijn Vader zijn veel kamers.

Dat is mooi gezegd, maar de ongelovige Thomas vraagt denk ik terecht: “Wij weten niet eens waar u naartoe gaat, Heer, hoe zouden we dan de weg daarheen kunnen weten?”. En Jezus geeft hem – en dus ook ons-  als antwoord: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand kan bij de Vader komen dan door mij. Als jullie mij kennen zullen jullie ook mijn Vader kennen, en vanaf nu kennen jullie hem, want jullie hebben hem zelf gezien.” Jezus zelf is blijkbaar de weg en als Zijn volgelingen zijn wij volgers van de weg die Hij voor ons heeft uitgestippeld.

Ik ben de weg, de waarheid en het leven.

Niet genoeg aan regels

Maar wat is dan de weg van Jezus? Het is in ieder geval niet de weg van de regels waarin het in de lezing uit Deuteronomium over ging. Het Joodse volk – en dus ook de Joodse Jezus –  kennen 613 leefregels die voortkomen uit de Thora: de eerste vijf boeken van de Bijbel. Een Thora, een soort stokje om omhoog te gooien, was in de nomadische tijd een richtingwijzer. De richting die de Thora wees was de richting die het volk op moest gaan, want daar was het vruchtbare land. Ze noemden daarom later de voor Joden vijf belangrijkste boeken waarin De Ene de weg door het leven wijst ook Thora. Door deze 613 regels of mitswots te volgen heb je immers een richting om te volgen die naar het goede leven leiden. Het probleem van deze benadering is echter dat het strikt volgen van regels niet genoeg is om daar te komen. Om echt daar te komen moet je de regels als het ware worden, de levenloze woorden op papier moeten als het ware vlees worden in jouw handelen. Zodat je bepaalde dingen niet doet of juist laat, omdat het zo moet of zo hoort, maar omdat het simpelweg is wie jij geworden bent. Jezus lijkt te hebben gekozen voor dat laatste. In wie hij is geworden en in wat hij doet is als het ware, zoals ook Johannes zo raadselachtig het aan het begin van zijn evangelie uitdrukt, ‘het woord vlees geworden’.

Dienaar worden

Nu kwam deze week op mijn telefoon, notabene tijdens het schrijven van deze overweging (ik heb zo’n dagelijkse Bijbelteksten app die me elke dag een stukje uit de Bijbel stuurt) mij de volgende tekst toegevallen: “Als ik, jullie Heer en jullie meester, je voeten gewassen heb, moet je ook elkaars voeten wassen.” Het staat vlak voor de lezing van vandaag in hoofdstuk 13 vers 14 en 15 van het Johannes evangelie. Het typeert denk ik de weg van Jezus, de weg waarin het woord vlees geworden is: dienaar zijn van allen. Niet de Heer of meester zijn, maar de dienaar van allen en bereidt zijn de voeten te wassen van de ander. Er zijn in de loop van de geschiedenis vele mensen geweest die zo de weg van Jezus gegaan zijn. Denk bijvoorbeeld aan Sint Franciscus die als zoon van een rijke lakenkoopman al zijn bezittingen gaf aan de armen en ging leven als een bedelaar. Of moeder Theresa of pater Damiaan. Of wat recenter en ook wat dichter bij huis de onlangs overleden Gerrit Poels, ook wel bekend als Pater Poels: al trad hij al in 1969 uit als priester van de Rooms Katholieke Kerk. Pater Poels staat in Tilburg vooral bekend om het rondbrengen van brood op de fiets dat hij bij diverse bakkers in de stad ophaalde, om vervolgens in de nacht te brengen naar mensen die het nodig hadden. Maar hij stond ook aan de basis van allerlei andere initiatieven voor armen en behoeftigen in onze stad. Zoals huize Poels: opvang voor armen, verslaafden, daklozen en wanhopigen. Een initiatief dat later uitgegroeid is tot ‘De Traverse’. Of de nog steeds bestaande kringloopwinkel La Poubelle en het daklozenrestaurant De Pollepel. Doordat hij wars was van professionalisering en bureaucratisering was hij bij deze laatste initiatieven al lang niet meer betrokken. Maar hij is wel tot op hoge leeftijd actief betrokken gebleven en bezig geweest met het inzamelen en uitdelen van brood. Zo ging hij elke dag om half zeven ’s-avonds slapen, om rond één uur ’s nachts op te staan. Van kwart over twee tot half zeven in de ochtend reed hij dan zijn ronde van zo’n dertig kilometer langs zo’n honderd adressen. En dat deed hij elke nacht, 365 dagen in het jaar om ongezien brood aan een deurknop te hangen of over het balkon van een flat te gooien. De ochtend gebruikt hij voor het sorteren en inpakken van brood. Zes dagen per week konden mensen dan bij hem aan huis brood en tweedehands kleding ophalen. De fietstochten deed Poels alleen, de andere activiteiten samen met zijn vrouw en vrijwilligers. En daarmee versleet hij volgens Wikipedia maar liefst 57 fietsen!

Weg terug naar huis

En dat is volgens mij de weg van Jezus gaan: bereid zijn altijd de ander te dienen en er voor die ander te zijn. Want daar is Christus te vinden, en daar is Zijn weg. De weg die Jezus ons wijst is daarom ook niet geplaveid met gouden plavuizen, maar het is een armoedig zandpad waar je Jezus ontmoet in de gedaante van bedelaars, behoeftigen, hongerige schepselen, bedroefde schepselen, gevallen schepselen, gewonde schepselen  en vergeten schepselen. Midden onder ons, in de gedaante van al die schepselen, staat Hij die gij niet kent. En er voor al die schepselen zijn, altijd, dat is de weg van Jezus volgen. De weg die Franciscus, Pater Poels, moeder Theresa, pater Damiaan en velen anderen ons voorgegaan zijn. Ga je op je eigen manier mee op die weg? Want dat is, zo geloof ik, de enige weg naar daar waar je veilige auto op je wacht, terug naar huis, naar je comfortabele bed, weg uit het donkere bos, naar het huis van God met vele kamers.

Dat het zo zal zijn.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *