Ik ben er voor jou!

Overweging op 11 juni 2023
door Jan van der Sman

Bij: Deuteronomium 8, 2 t/m 6 en Johannes 6, 48 t/m 58

 

Inleiding

Vandaag vieren we in de kerkelijke traditie Sacramentsdag. Dat roept bij velen van ons ongetwijfeld herinneringen op aan de sacramentsprocessie uit het rijke roomse verleden. Met veel uiterlijk vertoon verlieten de gelovigen het kerkgebouw en trokken dan in een lange stoet door de rijk versierde straten. En aan het slot van de stoet liep – onder een prachtig baldakijn – vol eerbied de pastoor met de schitterende monstrans, met daarin het allerheiligste sacrament, de grote geconsacreerde hostie.

In het Delft, de stad van mijn jeugd, bleef de processie binnen het kerkgebouw. Maar de aanbidding van het allerheiligste was er niet minder om. Als misdienaartje zat ik aan de voet van het grote hoofdaltaar en staarde ik omhoog naar de fonkelende diamanten op de gouden monstrans. Ik was gefascineerd door het alles overstijgende mysterie van Gods aanwezigheid

In de jaren zestig van de vorige eeuw groeide het bewustzijn dat God niet aanwezig wil zijn hoog verheven op een gouden troon, maar in het alledaagse leven, in de harten van mensen. Het altaar werd toegekeerd naar de gelovigen, het allerheiligste kwam van zijn troon en werd letterlijk en figuurlijk de mensen in handen gegeven: “Ik ben er voor jou” Laten wij daar vandaag eens uitdrukkelijk bij stil staan.

Jezus, een mens van vlees en bloed

We hoorden dat de Joden heftig met elkaar begonnen te discussiëren: ‘Hoe kan die man ons zijn lichaam te eten geven?’ Ter geruststelling reikte Jezus hen brood en wijn aan. Maar hij gaf hen brood en wijn als tekens die heel uitdrukkelijk verwijzen naar de tijd dat hij een mens was van vlees en bloed. In de harde realiteit van zijn aardse bestaan was zichtbaar geworden wie hij was en hoe hij in hun midden wilde voortleven.

Toen Jezus zijn leerlingen bijeen riep om het paasmaal te vieren wist hij dat lijden en dood onontkoombaar waren. Zijn manier van leven was in veel opzichten een breuk met de gevestigde orde. Zijn boodschap botste met de opvattingen van de geestelijke leiders. Zijn tocht naar Jeruzalem en zijn optreden in de tempel betekenden voor de priesters en de schriftgeleerden zoveel gezichtsverlies dat zijn dood onontkoombaar werd.

In die harde realiteit van zijn leven werd de kracht zichtbaar van zijn diepste bezieling. Die geestkracht, die bezieling wilde Jezus aan zijn volgelingen doorgeven in de tekens van brood en wijn. Hij vroeg ons brood en wijn te blijven delen in de hoop dat zijn geest, zijn bezieling en kracht in ons concrete bestaan weer opnieuw vlees en bloed zouden worden.

Wat hem bezielde

De bron van zijn levenskracht was zijn intieme band met God die hij zijn Vader noemde. In vertrouwen op zijn Vader oversteeg Jezus zijn angst voor lijden en dood. Hij wist dat ze wel zijn lichaam zouden kunnen doden, maar niet zijn diepste innerlijk, niet de geest die in hem leefde. Ze konden zijn bloed vergieten, maar niet wat zijn leven voor zijn leerlingen betekende. Zijn geest had hij uitgezaaid en leefde voort in zijn volgelingen. Zijn manier van leven had hen verlost uit een verstard bestaan en hen de ogen geopend voor het ware mens-zijn. Zijn boodschap van liefde en vergeving had hen diep geraakt en zicht gegeven op een nieuwe wereld. Zijn geloof in de nabijheid van God, had zich geworteld in hun harten als een hemelse bron van leven. Zijn geest zou na zijn dood in hen voor altijd blijven leven.

Brood en wijn

In de eerste lezing hoorden we hoe God in de woestijn trouw bleef aan zijn verbond met zijn volk. Met brood uit de hemel hielp hij zijn volk om te overleven te midden van de verschrikkingen van de woestijn. Brood wordt in de Bijbel vaak gebruikt als symbolisch voedsel voor nieuw leven door alle beproevingen heen. In de lange weg die het zaad moet gaan om brood te worden herkennen we de weg van Jezus en de weg die wij allen moeten gaan. Het zaad wordt uitgestrooid en aan zon en regen prijs gegeven. Eenmaal ontkiemd en als koren opgegroeid wordt het losgesneden van zijn wortels, geslagen met dorstvlegels, vermalen tussen ruwe stenen. En dan moet het meel nog door water en vuur om leven gevend brood te worden. De druiven gaan een vergelijkbare weg, Ze worden losgesneden van de ranken, uitgeperst en vaak met voeten getreden om als wijn een bron van hemelse vreugde te worden.

In de joodse mystiek wordt speciaal gewezen op het feit dat het meel door water en vuur moet gaan om leven gevend brood te worden. Hoe kunnen water en vuur samen gaan? Water blust vuur en vuur doet water verdampen. In het brood versmelten het water van de aarde en het vuur van de hemel tot een harmonische eenheid. Zo laat de weg van het brood zien hoe de versmelting van het goddelijke en het menselijke de weg is naar het ware mens-zijn. De wijn wordt in de Bijbel meestal gezien als een vreugde brengend geschenk van God en een verwijzing naar de messiaanse tijd die komen gaat.

In de tekens van brood en wijn reikt Jezus ons het geheim aan van zijn leven, zijn intieme verbondenheid met zijn Vader. Hij reikt ons brood en wijn aan als tekens van een nieuw verbond van God met ons. God wil mens worden in ieder van ons. ‘Ik ben er voor jou.’

Voedsel voor de ziel

Elke zondag komen wij hier bijeen om ter gedachtenis aan Jezus dit nieuwe verbond van God met ons te vieren. Op wat voor manier brood en wijn ons nieuw leven kan schenken zal heel persoonlijk zijn. Diep in ons kan een bron gaan stromen van troost en vrede, van liefde en kracht. We kunnen in ons een wijsheid gaan ervaren die ons in staat stelt om creatief om te gaan met de problemen die we op ons pad tegenkomen. We kunnen ons geroepen weten om zelf, net als Jezus, brood en wijn te zijn voor de mensen om ons heen. Ons leven kan worden tot een teken van Gods aanwezigheid in deze wereld.

Als wij eten van dit brood en drinken van deze wijn kunnen we, net als Jezus, diep in ons binnenste een liefde voelen die ons over de dood heen geborgenheid schenkt. Wat zou het mooi zijn als we tot op ons sterfbed iets mogen uitstralen van de geest die ons bezielt. Wat een vreugde dat onze liefde niet kan sterven en voorleeft in allen voor wie we geleefd hebben. Wat mooi om te geloven dat ons leven honderdvoudig vrucht draagt in allen die na ons komen. Wat een zegen om net als Jezus brood en wijn te mogen zijn voor een nieuwe wereld, voor Gods hemel op aarde.

Amen

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *