Alles is licht
Overweging op zondag 17 december 2023
door Jeffrey Korthout
Bij: Jesaja 8:21 – 9:1 en Johannes 1: 1-9
Vandaag vieren we samen de derde zondag van de adventtijd, in de traditie ook wel aangeduid als zondag Gaudete. De zondag waarop de wolken al een beetje scheuren en het licht van de naderende Kerst al voorzichtig door de duisternis begint te schijnen, waardoor het traditionele paars van de advent roze kleurt. Of om het op z’n Huub Oosterhuis te zeggen: voortijdig licht waarin wij vandaag mogen staan.
Lichtshow
De idee van een beetje licht dat de duisternis binnendringt deed me denken aan de tijd dat ik nog studeerde aan de lerarenopleiding natuurkunde hier bij Fontys in Tilburg. Tijdens mijn tweedejaarsstage liep ik stage op het Heerbeeck College in Best waar we in het kader van meer leerling gestuurd onderwijs met een aantal studenten een project hadden ontwikkeld dat in de lesmethode ‘Theorie Uit Experimenten’ bekend is geworden als ‘De Lichtshow’. Het idee was dat door leerlingen te confronteren met allerlei spectaculaire fenomenen rondom licht de motivatie om te onderzoeken hoe die fenomenen natuurkundig werken als het ware van nature zou opborrelen. En om dit spektakel met flitsende lasers, spookachtige effecten en mysterieuze projecties mogelijk te maken moesten we elke keer een klaslokaal volledig lichtdicht maken. Of te wel: we plakten alles af met dik bouwzeil om alles volledig lichtdicht te maken. En toen leerde ik iets over licht wat me daarvoor nog nooit was opgevallen: het is vrijwel onmogelijk om een ruimte volledig lichtdicht te krijgen. Frustrerend genoeg was er altijd wel ergens nog een minuscuul gaatje, dat daarvoor niet met het blote oog waar te nemen was, maar wat enorm zichtbaar wordt door de bijna complete duisternis in het lokaal. En hoe we ons best ook deden om de boel lichtdicht te krijgen, volledig lichtdicht lukte nooit.
Waar licht is daar kan geen duisternis zijn
Natuurkundig is dat simpel te verklaren: waar licht is, al is het maar één lichtdeeltje (een foton), daar kan geen duisternis zijn. Een constatering die een voor mij erg inspirerende parallel heeft met het begin van het Johannes evangelie waar we vandaag de proloog van lezen. Johannes verteld ons daar: ‘Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.’ Mooi idee voor zondag Gaudete: want als er ook maar een foton licht is, moet het paars van de advent al wijken, om plaats te maken voor roze.
Het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht gekregen.
Schijnbare tegenstelling
Tot op de dag van vandaag ben ik naast bevoegd docent levensbeschouwing ook bevoegd docent natuurkunde. Als ik daar wel eens met mensen over spreek, merken ze bijna altijd op dat ze dat zo’n vreemde combinatie vinden. Ze ervaren het als een tegenstelling. Want natuurkunde, zo denken ze, beschrijft de echte materiële realiteit en levensbeschouwing of theologie gaat over het domein van de menselijke geest, voorstellingsvermogen en fantasie. De tegenstelling is dan: de natuurkunde gaat over het meetbare en dus over de waarheid, en het andere is niet meetbaar en vooral menselijke fantasie en speculatie waarin je alleen in kunt geloven. En blijkbaar is het voor veel mensen het een of het ander.
Volledig verbonden werkelijkheid
Maar is dat ook zo? Stelt de natuurkunde dat de meetbare en waarneembare materiële realiteit de enige realiteit en is echt alles alleen te verklaren is vanuit die waarneembare materiële wereld? Een deel van de fysici zal je inderdaad zeggen van wel, maar een steeds groter wordend deel van de fysici is daar toch anders over gaan denken. Met name door de resultaten van de kwantumfysica, de natuurkunde van de allerkleinste elementaire deeltjes die ons universum vormen. Nico heeft ons hierover al een dikke maand geleden op zondag 5 november het een en ander verteld. Hij zei daarover: ‘Die allerkleinste deeltjes blijken niet zomaar deeltjes te zijn, zoals men te voren dacht, maar hebben ook niet-materiële eigenschappen. Ze hebben nog het meest weg van licht, fotonen, bewegende energie, trillingen.’ En deze lichtachtige deeltjes zijn zodanig met elkaar verbonden dat zie niet onafhankelijk van elkaar bestaan, wat kwantumverstrengeling wordt genoemd. De deeltjes beïnvloeden elkaar over zeer grote afstanden en hebben geen op zichzelf bestaande eigenschappen. Dat betekent dat ons universum niet bestaat uit afzonderlijke materiële bouwsteentjes, zoals losse legoblokjes die je in elkaar kan klikken. Maar dat het eerder een soort onzichtbaar netwerk van elkaar over zeer grote afstanden voortdurend beïnvloedende deeltjes is, die een soort bewustzijn vormen. Wij ervaren die realiteit echter als materie waar alles van elkaar gescheiden is. Dit zou dan weer komen omdat dat de manier is hoe onze zintuigen en hersenen werken, die zelf een materiële vorm zijn van dat netwerk waardoor alles wat wij ervaren materieel is. Daardoor ervaren wij alles in onze werkelijkheid als een fysieke en tastbare materiele werkelijkheid van losse particuliere zaken zoals mensen, bomen, bergen en dieren. Maar ten diepste is dat alles een afbeelding van een mentale, geestelijke en volledig verbonden werkelijkheid die als het ware achter de door ons ervaren materiële en particuliere werkelijkheid ligt.
Hersenen als ontvanger van bewustzijn
En om het jullie allemaal nog wat meer te laten duizelen lijkt het volgens bepaalde hersenonderzoekers ook nog eens op dat ons bewustzijn mogelijk niet voortkomt uit onze hersenen zelf. Dat komt door het volgende probleem waar hersenonderzoekers mee zitten: doorgaans is er een duidelijk verband tussen aantoonbare hersenactiviteit en de rijkheid van ervaringen. Rijke ervaringen betekent meer hersenactiviteit en ook andersom. Als mensen bijvoorbeeld dromen worden bepaalde delen van de hersenen actiever. Maar in sommige situaties gebeurt er in onze hersenen precies het omgekeerde. Als bijvoorbeeld iemand psychedelische drugs gebruikt vermindert de hersenactiviteit. Ons bewustzijn verruimt echter en onze ervaringen worden rijker en intenser. Hetzelfde gebeurt als er bij mensen geen bloed meer door de hersenen stroomt en ze een bijna-doodervaring hebben. Onverklaarbaar wanneer je enkel met een materiële bril naar de dingen kijkt. Dit is echter makkelijk te verklaren met behulp van de resultaten uit de eerder besproken kwantumfysica. Als je ons lichaam en dus ook onze hersenen gaat zien als een afbeelding van een geestelijke werkelijkheid achter de door ons zo ervaren materiële werkelijkheid komt ons bewustzijn niet voort uit de hersenen zelf, maar uit die andere werkelijkheid. De hersenen zijn dan een materiële afbeelding van de innerlijke bewuste processen die daarin plaatsvinden. De hersenen zijn dan de ontvanger van bewustzijn, en niet de plaats waar ons bewustzijn ontstaat.
In den beginne was er licht
Samenvattend leven we dus blijkbaar volgens een deel van de moderne wetenschap in een wereld die een afbeelding is van een meer mentale, geestelijke en volledig verbonden werkelijkheid die nog het meeste wegheeft van licht, waar zelfs ons bewustzijn uit voort komt. Oftewel, zo bedacht ik me lekker kort door de bocht en niet zo wetenschappelijk genuanceerd: ten diepste is alles licht! Toen ik met die gedachte het begin van het Johannes evangelie las, leken zijn woorden plotseling dichter bij de door deze wetenschappers geschetste realiteit te liggen dan ik eerder voor mogelijk had gehouden. Ineens zag ik dat Johannes zijn evangelie opent met wat ik een kosmologie zou noemen. Een kosmologie waarin hij een kosmos schetst waarin alles wat er bestaat en alles wat leeft is ontstaan door het Woord. En dat Woord is het licht. En dat licht schijnt in de duisternis en die duisternis krijgt het niet in haar macht. Net zoals in het eerste hoofdstuk van Genesis. Daar is het eerste Woord dat God spreekt “Licht”, en er is licht, en de woeste ledigheid, de tohoe wobohoe, verdwijnt als sneeuw voor de zon. Johannes de Evangelist vervolgt dan met te vertellen dat Johannes de Doper naar ons kwam om te getuigen van dat licht – het ware licht – dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam in de gedaante van Jezus de Christus. Jezus de Christus die zich later in hoofdstuk 8 van het datzelfde Johannes evangelie ‘het licht voor de wereld’ noemt.
Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, zal nooit in de duisternis leven, maar hij zal het licht hebben dat Leven geeft.
Feest van het ware licht
Het naderende kerstfeest krijgt voor mij door dit alles een kosmologisch tintje. Kerst blijkt niet zomaar wat gezellige lampjes in een boom met een knus stalletje eronder, maar een feest van hoe het ware licht, dat blijkbaar het diepste weefsel van onze realiteit is, aan het licht kwam. En dat notabene in de gedaante van een klein kindje. Of misschien juist wel logischerwijs, want wat geeft er nu meer hoop en vreugde, oftewel licht, dan een nieuw kindje in ons midden. En als kers op de kosmologische taart verscheen er boven de plaats waar dat kindje geboren is een ster aan de donkere hemel. Een hemellicht dat de drie wijzen die op zoek waren naar het licht de weg wees naar het ware licht. En toen ze dat ware licht gevonden hadden in de gedaante van het goddelijke kind, kwam aan het licht dat ook zijzelf, en met hun ieder schepsel, ook de os en de ezel, ten diepste licht zijn.
Het licht in ons
Laat daarom het voortijdig licht van deze derde advent ons hemellicht zijn, dat ons de weg wijst uit de duisternis. Zodat we op weg kunnen gaan naar het ware licht van Kerst, dat in de gedaante van het goddelijke kind steeds opnieuw komende is in ons midden. Het ware licht dat ons, en met ons ieder schepsel, zal laten zien dat wij ten diepste altijd al licht waren, ten diepste altijd licht zullen zijn en dat ook altijd zullen blijven, zelfs tot over de grenzen van de dood, tot in de verre eeuwigheid.
Dat het zo zal zijn.
Toelichting bij de foto: deze bijzondere roze roos met knoppen als een kruis bloeide de hele maand december in onze tuin. Op 17 december, zondag Gaudete, was de roos uitgebloeid en lagen de blaadjes op de grond.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!