Tekort of tegoed
Overweging op zondag 14 januari 2024 door Ineke Lamers
Bij: Jesaja 62, 1-5 en Johannes 2, 1-11
Het verhaal van de bruiloft in Kana is een verhaal dat propvol zit met symboliek en onverwachte wendingen. Er is enorm veel te zeggen over deze lezing: welke beelden worden er gebruikt, wat roepen die op, waar verwijzen ze naar? Er staat geen woord teveel, en alles betekent iets en vaak meer dan een ding.
Maar wat wil hier gezegd worden, hoe kan dit verhaal voor ons nu een bron van leven worden? Ik waag een poging.
Op de derde dag…
Dat is niet ‘de volgende dag, want dan zou de telling niet kloppen. Denk eerder aan de derde scheppingsdag waarop het droge bewoonbare land tevoorschijn komt en het groen geschapen wordt en de ENE tot tweemaal toe zegt dat het goed is. De derde dag is de enige die dubbel goed is: een dag van overvloed. En denk aan de dag van de opstanding. Pasen werpt zijn licht al vooruit.
In Kana in Galilea is een bruiloft. Volgens sommigen verwijst Kana naar Kanaän, het beloofde land van oudsher. En bruiloft… dat is een dagenlang durend groot feest van twee mensen en hun families en allen met wie zij verbonden zijn. Jezus is daar met zijn maten: er mag gevierd worden, gefeest worden en hij is ermee verbonden, hij is niet voor niks uitgenodigd.
Wie zet het verhaal in gang?
De moeder van Jezus attendeert hem op een probleem: er dreigt een tekort aan wijn. De bruiloft is dus al even gaande. Is die bruiloft de geschiedenis van God en Israël, een verbinding die telkens opnieuw gevierd mag worden? Maar misschien rommelt het in de relatie, de vreugde is tanende. Het is immers in geen enkele liefdesrelatie elke dag feest. En degene die Jezus gedragen heeft, spreekt het hardop uit: de wijn is op. Wat betekent dat? Misschien wel dit. In de evangeliën zien we dat Jezus zich bij uitstek wendt tot buitenstaanders: zieken naar geest of lichaam, uitgestotenen, armen, slaven, tollenaars, prostituees. Er is niet veel ‘hartversterking’ (wijn) voor hen beschikbaar. Misschien ervaren ze de ENE vooral als heel ver weg en de religieuze voorschriften als streng, onmogelijk, niet te doen. Horen zij bij dat Israël waarvan Jesaja zegt dat de ENE ervan houdt, dat uitgroeien mag en moet tot baken van gerechtigheid voor de hele wereld? Of worden ze buitengesloten? En zegt de moeder van Jezus daarom: de wijn is op?
Jezus reageert op de opmerking van zijn moeder: ‘Wat heb ik ermee te maken vrouw? Het is nog niet mijn tijd’. Het is nog niet zijn stervensuur waarin zijn grootsheid tot uiting komt, omdat erna een nieuw uur komt, een nieuwe tijd: die van opstanding en leven voorbij de dood, voorbij doodsheid. Zijn grootsheid zit in leven en liefhebben tot op het laatst, ongeacht de prijs ervan, trouw aan zijn opdracht om goed als God te zijn.
Zijn moeder reageert niet rechtstreeks op hem, maar zegt tegen de bedienden: ‘Doe wat hij zegt, wat het ook is.’
Symbolische rollen
En Jezus zégt ook iets. Hier vraagt hij de bedienden om iets te doen: ‘Vul die grote watervaten tot aan de rand met water.’ Oftewel: ga sjouwen. Want dat is het wanneer je met emmers van bron naar vat en terug moet. En ze doen het. Heeft zijn moeder hen dat vertrouwen gegeven? Staan die watervaten misschien ook voor de Tora die een nieuwe impuls moet krijgen om leven gevend te kunnen zijn voor álle mensen?
Als de dienaren dan, op verzoek van Jezus, de ceremoniemeester laten proeven van wat er in die vaten zit, blijkt het de beste wijn. Voor hem is de herkomst onbekend, maar de harde werkers weten ervan. Het zijn zelden de zogenaamde belangrijken die als eersten Jezus als zoon van God herkennen, maar herders, vrouwen, slaven, uitgestotenen, Romeinse militairen, vreemdelingen.
Staat de ceremoniemeester misschien symbool voor de religieuze ambtsdrager die verrast is dat het oude vertrouwde zo vreugdevol en heerlijk smaken kan? Het Nieuwe Testament getuigt van de ervaring dat Jezus fundamenteel de relatie tussen God en Israël veranderd heeft én uitgebreid heeft naar alle mensen. Wordt daarnaar verwezen met de uitspraak: ‘De beste wijn is voor het laatst bewaard?’ Voorsmaak van Gods Koninkrijk voor alle volken zoals Jesaja beschrijft?
Misschien is Jezus ook de bruidegom: hij wil zich verbinden met elke mens, tot het einde toe. Misschien staat de oproep van zijn moeder al enigszins voor de partner, voor de bruid: de mensen die roepen om nieuw leven en begeestering, om gezien te worden, geliefd te worden, gehoord te worden, gerespecteerd te worden.
Tekort en tegoed
Het tekort aan wijn, aan geestkracht en begeestering is een risico van menselijk leven zonder de ENE. Maar het tegoed aan wijn is steeds beschikbaar, nooit op. Wij hebben er weet van en toegang tot door Jezus. In zijn aanwezigheid, in zijn voetspoor kan het leven een andere smaak krijgen.
Gehoor geven aan de oproep van Jezus om de vaten te vullen betekent dat het leven weer gaat stromen, dat de liefde weer gaat stromen. Dan is er niet alleen een overvloed aan water maar zelfs een overvloed aan wijn. Dan hoort iedereen erbij, is iedereen welkom om aan te sluiten bij dat lichtende visioen van Jesaja. Jeruzalem, Sion: ze zijn teken van gerechtigheid, ze stralen ervan. Ze zijn niet meer een verlatene of een troosteloos oord maar werkplaats van vrede en recht, voorbeeld voor de volken, de geliefde van de ENE, schitterend juweel.
Gehoor geven aan de oproep van Jezus om de vaten te vullen betekent dat het leven weer gaat stromen.
In Jezus zien we dat de wijn van het verbond tussen mensen en de ENE ons gegund wordt, maar dat zij ook een opdracht is. Dat wij dienaren mogen zijn, werkers in de wijngaard, dat ons de goddelijke wijn gegeven mag worden en dat wij haar delen met iedereen die op ons pad komt. Dat wij daartoe telkens opnieuw geboren worden.
Amen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!