Familie

Overweging op 9 juni 2024 door Simone Snakenborg

Bij: 2 Korintiërs 4,13-18, Marcus 3,20-35

 

Een verzonnen familie is vaak veel leuker, las ik in maart in Trouw, dan een beschrijving van de werkelijkheid. Het was een artikel naar aanleiding van het Boekenweekgeschenk van Bart Chabot en zijn gezin. Kijk maar eens naar de vrolijke chaos in de schilderijen van Jan Steen! Veel aanstekelijker dan hoe het in het echt gaat. Vaak ook een chaos, weet ik uit ervaring. Maar lang niet altijd om blij van te worden. Met een wasmand die als omgekeerde wensput altijd overstroomt, met de badkamer steevast op slot en de koelkast professioneel leeg gegeten. Een chaos, dat wel. Niet altijd vrolijk misschien, maar wel warm en vertrouwd. Waar je via de achterdeur naar binnen komt, jezelf kunt zijn, in je joggingbroek van de Zeeman onder een dekentje op de bank kruipt. Zwijgend, pratend, nippend aan de beker thee die de ander voor je bracht, luisterend naar muziek waar de ander van houdt.

Vertrouwd

Het woord ‘familiair’ betekent niet voor niets: vertrouwd. Een hecht gezin, en iets breder: een hechte familie, is de basis voor een goed leven. Dat begint al voor de kinderen die erin opgroeien. Zij hebben een solide, veilige basis nodig om te kunnen groeien. Is een gezin verdeeld, een familie in tweestrijd, dan wordt dát het fundament van hun persoonlijkheid, of zoals wij zongen:

 Verdeeld, verstroefd, niet met mijzelf verzoend,
tot tegenspraak en tweegevecht gedoemd.

Om nog maar te zwijgen wat de gevolgen zijn van opgroeien in een verdeelde wereld.

Familie kiezen

In de evangelielezing gaat het over familie: nieuwe families en oude. Het gaat over verdeeldheid en tegenspraak en over die omgeving met mensen waar jij jezelf kan zijn, ook als de wereld je niet begrijpt.

Net vóór de perikoop uit Marcus die Carla las, kiest Jezus zelf zijn familie. Hij trekt rond met zijn leerlingen en oogst nogal wat belangstelling. René omschreef het vorige week ook al. Om de menigte te ontlopen gaat Jezus de berg op. Daar kiest hij uit zijn leerlingen er twaalf om hem helpen bij het verkondigen van zijn boodschap en om samen demonen uit te drijven. Deze boodschappers, apostelen, worden Jezus’ familie: zijn bijzondere bloedverwanten met wij hij zich letterlijk gaat delen.

Verstandig?

Met deze twaalf gaat Jezus naar huis om wat te eten. Maar zodra ze de berg afkomen, drommen de mensen zich weer om hen heen: ze komen geen stap verder. In de menigte staan ook zijn moeder en twee broers, die hem willen meenemen. Want hij zou zijn verstand kwijt zijn.

Ook de Schriftgeleerden, die studiebollen die spreken namens het ‘joodse geweten’, vinden dat Jezus de weg kwijt is. Duivels uitdrijven? Nee, juist in opdracht van hen handelt hij. Ze hebben het over zijn uitdrijving van een onreine geest middenin de tempel uit het eerste hoofdstuk van Marcus en natuurlijk over de genezing van iemands hand, óók in de tempel en op de sabbat bovendien. Moet niet kunnen! Hebben we vorige week gehoord.

Tegenspraak en tegenspreuk

Jezus weet met de twaalf toch thuis te komen en legt hen uit wat hij ervan vindt aan de hand van gelijkenissen, of zoals de Naardense vertaling zegt: tegenspreuken. Ik vat samen: Hoe kan ik het kwaad in mensen verdrijven in opdracht van het kwaad? Dat zou betekenen dat het kwaad innerlijk verdeeld zou zijn. Maar wat innerlijk verdeeld is, kan niet lang bestaan. Zoals het koninkrijk dat tegen zichzelf in gevecht is onherroepelijk ten gronde gaat, zoals het huishouden uiteenvalt als er een fundamentele tweespalt is: ‘Verdeeld, verstroefd. Niet met mijzelf verzoend.’

Wat Jezus doet, kán niet in opdracht van het Kwaad zijn, maar alleen maar van het Goede, de Geest, die Levensadem en Harteklop die Liefde is. Wie iets anders beweert, zal het bezuren, komt er ook nog achteraan. Jezus met een kort lontje.

Ondertussen weet ook iemand namens de familie binnen te geraken en hij vraagt Jezus om naar huis te komen. ‘Nee’, zegt Jezus. ‘Dit is mijn familie, en iedereen die de wil van God doet, mag aansluiten.’  Ook zijn oude familie.

Heel

Jezus’ nieuwe familie is echter geen eindpunt, geen doel op zich, maar een begin. Een familie heeft onderhoud nodig om heel te blijven. Zoals een huis huishouders nodig heeft, de wansmand een wanmachine en geduldige handen om te verzamelen, te vullen, leeg te halen, op te hangen …

Leven in een familie is in de weer zijn om één te blijven. Iedereen verricht daartoe een eigen taak, vanuit de eigen talenten. De perikoop in de tweede brief aan het volk Korinthen sluit hierop prachtig aan. Paulus heeft het over de plicht die we niet mogen verzaken. Ook al kost het ons wat, materieel gezien. Immaterieel wordt ons leven namelijk alleen maar beter, mooier en rijker. Om in dialoog met elkaar de tweespalt te overbruggen, water bij de wijn te doen. Zó alleen kan Gods Goedheid zich verspreiden.

De Ekklesia-familie

Een gekozen familie van Jezus. Hoe mooi dat dit het thema is voor vandaag, juist nu er na deze viering een gemeenschapsbijeenkomst is! Want, wij zijn toch ook een gekozen familie. Van Jezus, van elkaar. We zijn vertrouwd met elkaar, we delen lief en leed, we rijden met elkaar mee, vragen hoe het gaat en mogen ook hier via de achterdeur naar binnen. Ook wij blijven heel, sinds 9 maart, al elf jaar lang. Want ieder van ons neemt een taak op zich, die naadloos past bij de eigen talenten. Groot of klein, maakt niet uit wat je doet of geeft. Want wat jij doet doet ertoe. Samen blijven we heel. In Gods handen en naar Liefde vernoemd.

Zó kunnen wij het goede doen, het onzichtbare, dat voor eeuwig is.

Moge het zo zijn.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *