Kijken en zien
Overweging op zondag 1 september 2024
door René Munnik
Bij: Zacharia 8,4-8 . 20-23 en Marcus 8, 22-26
Eerste lezing: Zacharia 8,4-8 . 20-23
Dit zegt de Ene:
- Er zullen weer oude mannen en vrouwen zitten op de pleinen van Jeruzalem, ieder met een stok in de hand vanwege hun ouderdom, en de straten zullen krioelen van de spelende kinderen.
- Ook al lijkt het voor jullie die van dit volk nog over zijn, nu onmogelijk… waarom zou het voor mij onmogelijk zijn?
- Ik zal mijn volk bevrijden uit het land waar de zon opkomt en het land waar de zon ondergaat, en hen naar Jeruzalem brengen. Daar zullen ze wonen. Zij zullen mijn volk zijn en ik hun God, in onwankelbare trouw.
- Er zullen opnieuw mensen komen uit allerlei landen en steden. De inwoners van de ene stad zullen naar de volgende stad gaan en zeggen: ‘Ga met ons mee. Wij zijn op weg om eer te bewijzen aan de Ene en zijn gunst af te smeken.’ Grote en machtige volken zullen naar Jeruzalem komen om daar de Ene te vereren en zijn gunst af te smeken.
- Als die tijd is gekomen, zullen tien mannen uit volken met verschillende talen een Joodse man bij de slip van zijn mantel grijpen met de woorden: ‘Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is.
Tweede lezing: Marcus 8, 22-26
Zij kwamen in Betsaïda. Er werd een blinde bij hem gebracht en men smeekte hem om de man aan te raken. Hij pakte de blinde bij de hand en bracht hem buiten het dorp. Hij deed wat speeksel op zijn ogen, legde er zijn handen op en vroeg: “Ziet u iets?” Hij begon weer te zien en zei: “Ik zie mensen, het zijn net bomen, maar ze lopen rond.” Daarna legde Hij weer zijn handen op de ogen van de blinde. Deze sperde zijn ogen open en genas: hij zag alles nu heel helder. Hij stuurde hem naar huis met de waarschuwing: “Ga het dorp niet in.”
Voorspelbaar… of niet?
Je hoeft geen groot kenner van Bijbelverhalen te zijn om te weten wat er zo in het algemeen gebeurt als je leest dat er een lamme of een blinde bij Jezus komt. Want… wat er zich dan af gaat spelen is duidelijk: die lamme zál lopen en die blinde zál zien. Geen twijfel aan. Eitje. Jezus is per slot van rekening een wonderdoener. En dat is hij helemaal bij Marcus… de evangelist waaruit de tweede lezing van vandaag komt. Maar… in de lezing van vandaag loopt het toch net een beetje anders. En ik moet je zeggen dat ik bij dat verhaal toen ik het voor het eerst las, er de humor wel van inzag.
Geen half werk
Brengt men dus een blinde bij Jezus met de vraag om hem aan te raken – zeg, te genezen. Tussen haakjes: daarin klinkt de eerste lezing nog door waarin Zacharia zegt: ‘Er zullen mensen een Joodse man bij de slip van zijn mantel grijpen met de woorden: “Wij willen ons bij u aansluiten, want we hebben gehoord dat God bij u is”’. En Jezus neemt deze blinde man terzijde, doet wat speeksel op zijn ogen en legt zijn handen erop. … Maar dan… dan doet Jezus iets wat ik uit geen enkel ander bijbels wonderverhaal: hij informeert bij de blinde of het wonder een beetje gelukt is! Hij vraagt namelijk: ‘En… ziet u iets?’ En dan de blinde: ‘uhh, ja… nee… nou… ik zie mensen als bomen rondlopen. Aai!!! Daar is iets niet helemaal goed gegaan. En, alsof het de bedrijfsgarantie van een goddelijke wonderfirma is, krijgt de blinde meteen een tweede kans op een geslaagde genezing: Jezus legt weer zijn handen op de ogen van de blinde. En toen hij zijn ogen opende was hij ècht beter. ‘Hij zag alles nu heel helder’ staat er. Hèhè… Gelukkig! Eind goed al goed.
Je hebt niet eens zo veel kwade wil nodig om het verhaal van Marcus zo te lezen, want zoiets staat er ongeveer wel. Maar het is buitengewoon onwaarschijnlijk dat Marcus er ook zoiets mee bedoeld heeft. Want, ik zei het al, voor Marcus is Jezus de messiaanse mensengenezer bij uitstek. Daar is echt geen plaats voor een half mislukt wonder dat dan in een tweede poging uiteindelijk toch slaagt. Maar waarom heeft Marcus dit verhaal dan in zijn evangelie opgenomen? En vooral: wat zou hij ermee bedoeld kunnen hebben?
De pointe lijkt te bestaan uit het verschil tussen twee manieren van waarnemen die ik nu voor het gemak maar even ‘kijken’ en ‘zien’ noem. Als je niet stekeblind bent, dan kun je om je heen kijken (en bekijken), maar dat wil nog niet zeggen dat je kunt zien wat er te zien is. Pas als je de dingen ziet zoals ze zijn (pas als je hoort wat de dingen willen zeggen), dan kun je werkelijk zien. Maar dat laatste is moeilijk, en er is misschien wel een wonder nodig opdat het gebeurt: de dingen zien zoals ze zijn.
Mensen als wandelende bomen
De net niet meer helemaal blinde – zeg, de halfblinde uit het verhaal van Marcus – kan kijken, maar hij ziet niet wat er te zien is: hij ziet mensen als bomen rondlopen. Daar kun je om lachen, maar er zijn vandaag de dag hordes mensen die andere mensen als bomen zien rondlopen. Er zijn namelijk mensen (ik noem geen namen) die bijvoorbeeld op de televisie naar de vluchtelingenopvang en IND in Ter Apel kijken. Daar lopen veel mensen rond. Maar… ze zien niet echt mensen die daar rondlopen. Wat ze zien lijkt nog het meest op de Japanse duizendknoop. Weleens van gehoord? Een Japanse duizendknoop is dan wel geen boom, maar een behoorlijk uit de kluiten gewassen plant. En sinds jaar en dag staan Japanse duizendknopen te boek als ‘invasieve exoten’ die hier niet thuishoren omdat ze alle inheemse planten verdringen, zodat de uitbreiding en voortplanting koste wat het kost vermeden en bestreden moet worden. Wat ik wil zeggen: er zijn hordes mensen die, bijvoorbeeld in Ter Apel, vluchtelingen en asielzoekers zien rondlopen, niet als mensen, maar als invasieve exoten… Japanse duizendknopen… toch iets wat lijkt op ‘bomen’. Zulke mensen gaan dan bijvoorbeeld spreken over het gevaar van ‘omvolking’. En dat is dus niet goed.
Blinde liefde
Maar het kan ook onschuldiger hoor: bijvoorbeeld in de spreekwoordelijke liefde die blind maakt. De verliefde die in de verblinding van de verliefdheid de ander niet echt ziet, maar zich blind staart op zijn/haar geïdealiseerde beeld van die ander… die dus die andere mens niet echt ziet maar er toch een soort boom van maakt: een onrealistisch mooie kerstboom bijvoorbeeld, of een fruitboom (liefst nog met verboden vruchten). En dat is minder erg. Maar natuurlijk ook niet goed.
Helder leren zien
In de lezing van vandaag worden we opgeroepen om ons te laten genezen door Jezus van Nazareth. En dat wil zeggen om nou toch eindelijk mensen niet als bomen te zien rondlopen. We worden opgeroepen om echt helder te leren zien. Want… als we iets van genezing door de Ene willen proeven, dan zullen we moeten leren om, wat ik maar noem, ‘messiaans’ te zien; dingen en mensen te leren zien door de ogen van de Ene, door de ogen van Jezus.
Wat is dat? Dat is moeilijk, maar we hebben een liedtekst van Huub Oosterhuis waarin het wel wordt opgeroepen. Die luidt:
Wek mijn zachtheid weer.
Geef mij terug de ogen van een kind.
Dat ik zie wat is.
En mij toevertrouw.
En het licht niet haat.
… dat we, niet bevangen door angst of haat (die twee kunnen trouwens heel dicht bij elkaar liggen), maar ook niet bevangen door valse illusies en wensdromen… leren zien wat zich voor onze ogen afspeelt.
… dat we ons onbevangen durven toevertrouwen aan wat zich aandient, aan wat beschikbaar is, aan wat om onze aandacht vraagt.
Kortom, dat we de ogen van een kind terugkrijgen, ons toevertrouwen – en het licht niet haten.
Amen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!