‘… en de zang van de lijster’
Overweging op 27 oktober 2024 door Nico Meijer
Bij: Jes. 59,9-19 – Marcus 10, 46-52
Het centrale thema van de lezingen van vandaag is: zien. Jesaia verwijt zijn tijdgenoten dat ze verblind zijn. Verblind door hun slechte levenswandel: misdaad, onrecht, bedrog. Die zijn tussen hen en God in komen te staan. Daardoor zijn ze de weg kwijtgeraakt, wandelen ze als blinden in het donker, zijn ze het zicht op het goede verloren.
Ook bij Marcus is ‘zien’ een belangrijk thema. De apostelen hebben nog maar weinig zicht op dat nieuwe koninkrijk, zijn meer met hun eigen positie bezig dan met dat naderende einde van lijden en dood, waar Jezus over had gesproken. Daar wilden ze nog helemaal niet aan. Tot tweemaal toe stelt Marcus daar de genezing van een blinde tegenover. Zes weken geleden heeft René ons over de eerste genezing gesproken. Hoe die genezing in eerste instantie nog niet goed scheen te lukken en de man eerst mensen als bomen zag. Vandaag geneest Jezus de blinde Bartimeüs. Die blinden worden ons als voorbeeld gesteld vanwege hun grenzeloos vertrouwen op genezing, hun totale overgave aan de almacht van God. Die blinden hadden met hun blinde ogen meer gezien dan de apostelen, die zo druk waren met hun eigen hachje.
Zien en zien is twee
Er bestaat een psychologisch experiment waarin proefpersonen naar een filmpje kijken, waarin twee teams, gekleed in wit en zwart, door elkaar heenlopen en een bal overgooien. De proefpersonen moeten dan tellen hoe vaak een van de teams de bal onderling overspeelt. Na afloop wordt de score van beide teams geïnventariseerd en wordt tenslotte aan de proefpersonen gevraagd, of hen verder nog iets bijzonders is opgevallen.
Nee, niets dus. Wat blijkt? Tussen die teams op dat filmpje had iemand in een apenpak rondgelopen. Hij had zelfs nog even in de camera gekeken en op zijn borst getrommeld. Niemand had dat opgemerkt. De proefpersonen waren zo gefocust op het spel van de teams, dat ze letterlijk langs de man in het apenpak hadden heen gekeken. ‘Selectieve perceptie’ noemt men dat. Je let alleen op de dingen, die op dat moment voor jou belangrijk zijn. De rest gaat aan je voorbij en sluit je uit. Het is een blinde vlek.
Zien en zien is twee
Als je de schilderijen van Van Gogh bekijkt, valt op, dat de onderwerpen die hij schildert stuk voor stuk allerdaags zijn, banaal zelfs: een paar oude schoenen, een turfsteker, een landweg, een korenveld, cipressen, een brug, een caféterras… Dingen die je overal kunt tegenkomen, niets bijzonders. Maar Van Gogh zag er veel meer in: het wonder van het licht, de allesverterende zon, de worsteling van de natuur, de dreiging van het zwerk. En hij maakte er de mooiste schilderijen van.
Zien en zien is twee
In de perikoop van vandaag vraagt Jezus aan de blinde Bartimeüs: ‘Wat wilt u, dat ik voor u doe?’. Waarop Bartimeüs zegt: ‘Rabboeni, dat ik weer zien kan.’ Dan zegt Jezus iets heel interessants: ‘Ga, uw vertrouwen is uw redding.’ Of in een andere vertaling: ‘Uw geloof heeft uw gered’.
Jezus zegt dus niet: ‘Ik heb je gered. Wees me maar dankbaar’, maar: ‘Je vertrouwen heeft je gered’. Net zoals bij de genezing van de vrouw die aan bloedvloeiing leed (Marcus 5). ‘Je geloof, je vertrouwen heeft je gered’. Het lijkt er dus op, dat de intentie van de vrager er toe doet. Misschien wel van doorslaggevende betekenis is. De overgave, het vertrouwen, het geloof waarmee gevraagd wordt, is belangrijk, bewerkt iets. Bartimeüs verlangde ernaar te zien. Zijn ogen gingen open. En, zo staat er: ‘Hij volgde Hem’.
Zien en zien is twee
In het geloof heb je iets dergelijks. In het algemeen, zoals wij hier samenzijn, geloven wij in God: een hogere macht, de grond van ons bestaan, bron van leven. Ieder gelooft dat weer een beetje anders, maar toch beschouwen we onszelf als gelovig. Daarnaast kennen we mensen, die dat geloof niets zegt, daar geen enkele beleving bij hebben. Misschien onze eigen broers of zussen wel, of onze kinderen. Toch leven we in dezelfde realiteit, dezelfde wereld, dezelfde natuur, maar de een ziet dat louter materieel, wetenschappelijk, ‘nuchter’, zakelijk, en de ander ziet diezelfde realiteit als een groot wonder, als schepping, als allesbehalve ‘gewoon’, als gave uit Gods hand.
Hoe komt dat? Is dat gebrek aan informatie? Verschil van opvoeding? Andere lagere school? Aangeboren gevoel voor het mysterie, of juist de afwezigheid daarvan. Selectieve perceptie: langs het mysterie heen kijken? Zo opgeslorpt worden door het leven van alledag, dat het wonderlijke ervan je ontgaat? Johan Cruijff zegt: ‘Je snapt het pas, als je het door hebt.’ Het kwartje moet vallen.
De zang van een lijster
Danielle en ik waren in juni met de caravan op een camping op de Veluwe, een parkachtige setting met veel bomen en vogels. Tegen de avond konden we
regelmatig genieten van een paar merels, die daar hun hoogste lied ten gehore brachten: een waar concert, met vraag en antwoord, woord en wederwoord,
voorzang en nazang. Het deed ons als vanzelf denken aan de ‘zang van de lijster’.
En zo kon het gebeuren, dat wij tweeën daar op die camping opeens via ons mobieltje naar het lied ‘Ander, ouder’ van Huub Oosterhuis zaten te luisteren.
Oosterhuis is ook een ziener. Hij ziet een werkelijkheid, die lang niet iedereen ziet. Hij spreekt van een geheimzinnige ander, in ons verborgen, iemand die ouder is dan wijzelf. Hij spreekt van plotseling oplaaiende visioenen, die het aanschijn der aarde vernieuwen. Iemand in ons, die ons dingen doet vermoeden die wij niet weten. Wij zijn ingepakt in wolken, leven in de mist, schuldbewust om wat niet goed ging. Wij gaan door de nacht van de schepping, in tranen maar ongebroken, op weg naar een nieuwe geboorte: zacht licht, water, rozensteden en de zang van de lijster.
Zien, soms even.
Amen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!