Wie zijn leven niet wil geven
Overweging op zondag 17 november 2024
door Miranda Vroon-van Vugt
Bij: Exodus 30, 11-16 en Marcus 12,38- 13,2
Ik begin vandaag met een chassidisch verhaal: een verhaal uit de joodse rabbijnse traditie. Het geeft een voorbeeld van onbaatzuchtig én ongezien geven: geven uit naastenliefde. Zoals in veel van deze verhalen is de hoofdpersoon een rabbi.
De bewoners van het Poolse dorpje spraken met trots over hun rabbi, die zij als een heilige beschouwden. Het verhaal verspreidde zich dat de rabbi elke morgen bij zijn ochtendgebed ten hemel steeg om zich met God zelf en met vader Abraham te onderhouden. De bewoners van het naburige dorp wilden dit verhaal echter niet geloven. Ze besloten dat een van hen de rabbi bij diens ochtendgebed zou gaan bespieden.
De volgende morgen verschool deze man zich bij het huis van de rabbi. Het duurde niet lang of hij zag hoe de achterdeur openging en de rabbi, gehuld in een oude jas, stilletjes op weg ging naar het bos. Daar aangekomen klopte de rabbi aan bij een vervallen hut. Een arme, zieke vrouw deed open. Even later kwam de rabbi weer naar buiten met een bijl in de hand en verdween in het bos. Na een tijdje bracht hij een grote bos hout naar binnen om het vuur in de haard aan te steken. En toen het hutje van de arme vrouw verwarmd was, ging de rabbi weer stilletjes naar huis.
Beschaamd keerde de spion terug naar zijn nieuwsgierige dorpsgenoten.
‘En,’ zeiden ze, ‘is de rabbi werkelijk ten hemel gestegen?’
‘Ja,’ antwoordde de man, ‘het klopt, hij was zelfs nog hoger dan de hemel.’
Kent u dat gevoel? Dat een collectant aan de deur staat of u aanspreekt in de stad, of dat u een kaarsje wilt branden in een kapel, of dat het collectemandje langskomt in de kerk. Dat u dan in uw portemonnee kijkt en ziet: meer dan een 5 cent-muntje zit er niet in. Wat doet u dan? Toch maar niets geven, of geeft u uw laatste muntstukje? Als mij dit overkomt – en tegenwoordig, nu zoveel met de pinpas betaald wordt, overkomt me dit heel vaak – als mij dit overkomt denk ik altijd: ‘Nu heb ik alleen het penningske van de weduwe te geven.’ Zo voelt het, en misschien schaam ik me een beetje omdat ik op dat moment maar weinig te geven heb, terwijl anderen ruim kunnen schenken.
Geef alles
‘Geef alles wat je hebt weg! Niet zomaar een beetje, nee, alles wat je hebt aan geld en goederen.’ Zo zou je het verhaal van de arme weduwe kunnen verstaan.
Jezus die oproept om niet zoals de rijken in de tempel een klein beetje van hun welvaart te geven. Nee, alles moeten we in de offerkist werpen, ons hele bezit, zoals de weduwe.
Gelukkig is dat niet wat Jezus bedoelt. Jezus is er niet op uit om arme weduwen te bewegen hun hele bezit op te geven, aan de kerk bijvoorbeeld. Jezus is ook opgegroeid in het gezin van een kleine zelfstandige, een timmerman. Hij weet echt wel wat een mens nodig heeft om te overleven. Hij weet ook dat weduwen het in de Romeinse samenleving heel moeilijk hebben. Er is geen sociaal stelsel. Ze zijn afhankelijk van wat anderen hen geven.
Geven vanuit het hart
Maar hoe kunnen we dit verhaal wel verstaan? Om het verhaal van de weduwe goed te begrijpen moeten we goed opletten wat aan het begin van de lezing staat, net voor het verhaal over het penningske. Jezus vertelt tegen zijn leerlingen en de luisterende menigte: ‘Pas op voor de schriftgeleerden die zo graag in dure gewaden rondlopen en op het marktplein eerbiedig begroet willen worden, en een ereplaats verlangen in de synagogen en bij feestmaaltijden. Ze verslinden de huizen van de weduwen en zeggen voor de schijn lange gebeden op. Over hen zal strenger worden geoordeeld dan over anderen!’. Deze mensen genieten van schone schijn, en van geven ‘voor het oog van het kerkvolk’. Maar Jezus zegt dat hun rijkdom afkomstig is van het geld van de armen. Van de weduwen. Daar hebben we de arme weduwe weer met haar penningske. Ze is niet zomaar arm. Ze is arm omdat haar geld is afgepakt. Omdat de rijken hun welvaart niet met haar hebben gedeeld. Het geld dat ze haar hadden kunnen geven, hebben ze voor zichzelf gehouden.
En deze rijken en hun offergaven? Zij geven opdat anderen kunnen zien hoeveel zij te geven hebben. De weduwe niet. Die geeft in het klein. Weinig geld heeft ze te bieden, maar toch wil ook zij haar steentje bijdragen. Niet iedereen hoeft dat te zien. Misschien schaamt ze zich er ook een beetje voor. Maar Jezus heeft oog voor haar. Hij is niet onder de indruk van de grote bedragen die met grote gebaren worden geschonken zodat iedereen het maar ziet. Degene die geeft omdat hij of zij echt wil geven, vanuit het hart, ook al is het maar een beetje, die wordt door Jezus gezien.
Het God en je naaste lief
Eigenlijk staat er in het Grieks dat de vrouw haar hele bios, haar hele leven, geeft. En dat is wat belangrijk is. Dat is wat Jezus ziet. Jezus’ boodschap is eigenlijk altijd min of meer hetzelfde. Heb God en je naaste lief. En hoe maak je die liefde zichtbaar? Door het doen van gerechtigheid. Door oog te hebben voor de armen, voor wie je hulp nodig hebben. Door je hart open te stellen voor de nood in de samenleving. Door mensen niet te beoordelen op schone schijn, of te veroordelen voor wat ze niet hebben of kunnen. Door zo de wereld een beetje liever te maken.
Dus, schaam u niet als u maar een penningske te geven hebt. Een quadrans, zoals in de Griekse tekst staat, het allerkleinste muntje van de Romeinen. Zoals ons 5 cent-muntje dus. U geeft uit een goed hart. En een volgende keer, als uw portemonnee het toelaat, geeft u gewoon een beetje meer! Zolang u het maar niet hebt verkregen door onrecht. Zolang anderen niet tekort gedaan is. Zolang als uw geld verkregen is in de geest van gerechtigheid, van naastenliefde. De een verkrijgt wat meer, de ander wat minder. Dat is niet erg. Maar verkrijgen ten koste van anderen, dat is niet de bedoeling. Geven uit het hart, geven met je hart, geven van overvloed, of maar een beetje, van wat je kunt missen. Om samen de hemel een beetje dichterbij te halen. Om gerechtigheid ook al ruimte te geven in onze samenleving.
Zouden we mogen bidden dat in de huidige tijd, van ik en wij, van jij en jullie, van tegenstelling in plaats van naastenliefde, dat gerechtigheid ruimte mag krijgen. Laten we daarvoor bidden. En onze liefde delen.
Amen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!