Ik ben het
Overweging op zondag 26 januari 2025
door Miranda Vroon-van Vugt
Bij: Jesaja 61,1-9 en Lucas 4,14-21
God is met mij! Dit is een uitspraak die we heel vaak tegenkomen in de bijbel. Van Mozes tot de koningen van Israël, van de profeten tot aan Jezus: allemaal zeggen ze het: God is met mij. Het is een uitspraak die een claim inhoudt: ik doe het goede, want God is met mij. Mozes gebruikt het om zijn hele familie op sleeptouw te nemen naar een ander land. De koningen gebruiken het om overwinningen te rechtvaardigen. Profeten noemen het om hun voorspellingen kracht bij te zetten. Jezus noemt het om zijn boodschap te ondersteunen. Jezus gaat het verst hierin. Hij beschrijft God niet alleen maar als: hij is met mij. Hij zegt zelfs: ik ben de Zoon van God. God is in mij, voor mij uit, om mij heen, overal. God is met mij!
De missie van Jezus
Jezus is op de proef gesteld door de duivel in de woestijn. Veertig dagen lang. Het sterkt hem in zijn geloof en vertrouwen. Vervuld met de kracht van de Geest keerde hij terug naar Galilea. Hij had die Geest al ontvangen bij zijn doop in het vorige hoofdstuk. Nu is het tijd om uit de anonimiteit te treden. Hij is er klaar voor. Zelfs de duivel had hem niet van zijn missie af kunnen brengen. Hij wil vertellen wie hij is en welke boodschap hij komt brengen. Hij heeft lief de aarde en de mensen. Daar heeft hij alles voor over.
In het katholieke leesrooster wordt vandaag uit de woorden van Nehemia gelezen. Deze bestuurder had de eer van het volk dat teruggekeerd was uit de ballingschap in Babylonië hersteld door de stadsmuren te repareren. Daarna wordt in de lezing van vandaag aan de Israëlieten de teksten van de Wet weer teruggegeven. Ze worden hoog gehouden, voorgelezen en uitgelegd. Het volk huilt ervan, maar het krijgt te horen: ‘Wees niet bedroefd, want de vreugde die de HEER u geeft, is uw kracht.’ Toch mooi, deze verbinding met de oude teksten van het volk, die weer verband houden met elkaar en na ballingschap een gevoel van bevrijding geven. Het past ook wel bij het verhaal van Jezus die zich herkent in die oude verhalen en een nieuwe tijd aankondigt. Maar in het oecumenisch leesrooster dat wij volgen horen we de woorden van Jesaja:
de HEER heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen
heeft Hij mij gezonden,
om aan verslagen harten hoop te bieden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan geketenden hun bevrijding.
Deze woorden horen we weer terug als Jezus de Jesajarol oppakt in de synagoge, dezelfde tekst leest en zegt: Ik ben het. Of, in de woorden van Lucas: vandaag is de schrifttekst die jullie gehoord hebben in vervulling gegaan.
Lucas verwoordt de woorden van Jesaja net iets anders:
Ik ben gezonden
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden het herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven.
Het is duidelijk voor Lucas: de voorspellingen van Jesaja gaan over Jezus. De wonderen, de uitdrijvingen, ze laten allemaal hetzelfde zien: het koninkrijk van God is al begonnen met de komst van Jezus in de wereld. Jezus bevrijdt, Jezus geneest verblinding, Jezus biedt hoop.
Want dat is de God van Jezus, van Jezus als jood, van Jezus als messias: een God die bevrijdt, geneest en hoop biedt.
God is met mij! Jezus laat het zien. Hij doet ook echt wat de rol van Jesaja aankondigt: hij bevrijdt onderdrukten en gevangenen, hij doet blinden zien, doven horen. Hij biedt genade aan zondaars, en verlossing voor bezetenen. Jezus begrijpt God als barmhartig en bevrijdend. En dat laat hij ook zien in zijn leven.
Ter verantwoording geroepen
God is met mij! We horen het diverse leiders zeggen. Ze gebruiken de uitspraak om hun gelijk te onderstrepen. Ik win, dus ik heb gelijk, en dus is God met mij. We hoorden het deze week weer heel uitgebreid.
En toen was daar een tegengeluid. Een gebed, in een kerk:
“Laat me nog een laatste pleidooi houden, meneer de president. Miljoenen hebben hun vertrouwen in u gesteld. Zoals u ons land gisteren vertelde, hebt u zelf de voorzienige hand van een liefdevolle God gevoeld. In de naam van onze God vraag ik u om genade te hebben voor de mensen in ons land die nu bang zijn.
Ik vraag u om mededogen te hebben, meneer de president, voor hen van wie de kinderen vrezen dat hun ouders weggevoerd zullen worden. En dat u hen helpt die op de vlucht zijn voor oorlog en vervolging in hun eigen land, en hen hier verwelkomt. Onze God leert ons dat we genade moeten hebben voor vreemden. Want we waren ooit allemaal vreemden in dit land.”
Episcopale bisschop Mariann Budde beriep zich hier niet zozeer op een andere politieke overtuiging – al hebben we wel een vermoeden – maar zij beriep zich op de kennis van het gelovige perspectief. Van het Bijbelse perspectief. Ze riep hier de president van Amerika ter verantwoording vanwege zijn claim: God is met mij! Want als die God met je is, zorg dan ook dat je je zo gedraagt als Jezus: wees barmhartig, genadig, bescherm de minder sterken, en zeker de vreemdeling.
Een barmhartige God
Ik ben het, zegt Jezus. Ik kom om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven. God is met mij! Die barmhartige God van mededogen met de zwakkeren in de samenleving.
Moge die God met ons zijn. Amen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!