Al tegengesteld doende leert men
Overweging op zondag 23 februari 2025
door Natascha Leewenkuijl
Bij: Lucas 6, 27-35 en 1 Korintiërs 15, 35-45
‘Jumbo? Jumbo? Jumbo?!’ Deze dringende kreet kwam van een armoedig geklede man, met muts en warme jas. En oude fiets in de hand. Het was zaterdagochtend vroeg, en ik liep met een vriendin het bos, filosoferend over de Bijbelteksten van vandaag. ‘Jumbo?!’ Ik keek Jorien aan en tegelijkertijd zeiden we: ‘Jumbo! Hij zoekt de weg naar de Jumbo.’ In rudimentair Nederlands – ver, rechtdoor, eerste straat rechts en dan weer vragen – wezen we hem de weg. Met een brede glimlach – hij had precies twee tanden in zijn mond – betoonde de man z’n dank. En reed hij weg.
‘Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan. Wat zouden ze daarop zeggen bij de Jumbo?’ ‘Dat het pijn doet.’, zei Jorien. En daar was het begin van deze overweging.
Gevormd door God
Iemand zou kunnen vragen: ‘Maar hoe worden de doden opgewekt? Hoe zou hun lichaam eruit moeten zien?’ Dwaas die u bent! Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven kan komen. En wat u zaait heeft nog niet de vorm die het later krijgt. Het is nog maar een naakte korrel, een graankorrel misschien of iets anders. God geeft daaraan de vorm die hij heeft vastgesteld, en hij geeft elke zaadkorrel zijn eigen vorm.
We worden gezaaid als een naakte korrel, nog onbestemd. En totdat we dood gaan worden we gevormd. We worden gevormd … door wie of wat? In zijn brief aan de Korintiërs is Paulus duidelijk: we worden gevormd door God. Hij geeft iedere graankorrel – ieder van ons – een eigen vorm en deze vorm is door God vastgesteld. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat deze woorden innerlijke weerstand oproepen. Gevormd door God die een hij is en die ook nog bepaalt wat jouw en mijn vorm zou moeten zijn. ‘Behoorlijk top-down!’, denk ik dan, al kun je deze innerlijke weerstand ook beschouwen als een gebrek aan vertrouwen in God. Vertrouwen in dat Hij me ten diepste kent, dat Hij – zo zingen we soms – me ziet nog voor ik ben geboren, en dat Hij me vormt zoals ik ben.
Is het dat? Durf ik niet te vertrouwen op God en dat Hij het beste met me voor heeft, en me vormt met schittering en kracht? Of is het eerder een onvermogen tot overgave aan de ander? Het onvermogen om de regie uit handen te geven? Hoe is dat voor jou? Durf jij te geloven dat de Ene ons vormt naar het beeld dat hij heeft van ons? Dat Hij ons naakte korrels bestemt tot de vrouw of man – of méns, we leven immers niet in de wereld van Trump die alleen het manlijke en het vrouwelijke erkent – dat Hij ons bestemt tot de mens wie we zijn?
Gevormd door het leven
Een aardser perspectief is dat we gevormd worden door het leven. Om te beginnen de plek waar we groot werden: ouders, gezin samengesteld of niet, woonomgeving, honderd keer verhuisd of altijd op dezelfde plek, het vormt ons.
Daarnaast worden we gevormd door de voorbeelden die we hadden en hebben. Ik moet denken aan het nichtje van Henk en Ineke, ouder dan tien was ze niet. Helemaal onder de indruk van de cabriolet die ik toen reed, vroeg ze me: ‘Wat moet je doen om zo’n auto te rijden?’ ‘Werken en een eigen inkomen hebben!’, was mijn antwoord. Veel later zei Henk dat ze dat goed onthouden had. Een buurman, een familielid, een leraar, ze kunnen vormend zijn in ons (jonge) leven.
En bovenal vormt het leven zelf ons. Met deze uitspraak zijn we weer terug bij de Bijbelteksten van deze zondag. ‘Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan. Wat zouden ze daarop zeggen bij de Jumbo?’ ‘Dat het pijn doet.’, zei Jorien. En dat is het. Het leven is een aaneenschakeling van gebeurtenissen, de meeste zijn onbeduidend en gaan voorbij zonder herinnerd te worden. En soms zijn er van die gebeurtenissen die zó betekenisvol zijn dat je ze nooit meer vergeet. Sleutelmomenten in ons leven. Scharnierpunten. En ja, meestal zijn dat momenten die gepaard gaan met pijn. Zo herinner ik me nog de keuze om een punt te zetten achter een geheime liefde. Je wilt het niet, en tegelijkertijd kun je niet anders, of wéét je dat het beter voor je is, en dus neem je de pijn, ook al omdat de pijn van vasthouden aan wat is, ondraaglijk(er) wordt.
Het tegenovergestelde doen
Tot jullie die naar mij luisteren zeg ik: heb je vijanden lief, wees goed voor wie jullie haten, zegen wie jullie vervloeken, bid voor wie jullie slecht behandelen. Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan, en weiger iemand die je je bovenkleed afneemt, ook je onderkleed niet.
Rode draad in deze woorden is dat Jezus ons vraagt om precies het tegenovergestelde te doen van wat we geneigd zijn om te doen. Jezus vraagt ons om vijanden lief te hebben, daar waar we als vanzelf vijanden eerder haten dan liefhebben.
Toen ik deze Bijbeltekst las, moest ik denken aan een inzicht van lang geleden toen ik het moeilijk had en bij een haptotherapeut terecht was gekomen. Ik ontdekte daar dat ik precies het tegenovergestelde moest doen dan ik geneigd was te doen, om zo het patroon te doorbreken dat ik had opgebouwd en geperfectioneerd. Omdat dat nodig was. Ooit. Bijvoorbeeld: het patroon dat ik onder druk van het werk nóg harder en meer werk, en streng wordt voor mezelf. Waar de tegenovergestelde beweging een betere is om te doen: afstand nemen van het werk en aarden in de tuin. Dan hervind ik het contact met mezelf, en ben ik weer in staat om gezonde keuzes te maken. Ene wang, andere wang.
Of zoals een vriend zei toen hij vertelde over een gesprek met zijn partner: ‘Dan komt er een moment dat ik me zo níet gehoord voel, en dan is mijn eerste beweging om cynisch te worden en een snerend antwoord te geven, en zo het gesprek verbaal dood te slaan. Gelukkig herken ik dat moment intussen, en heb ik geleerd om een vraag te stellen, en zo in contact te blijven met de ander.’ Ene wang, andere wang.
Oude patronen loslaten
En precies dát is het: dat je geleerd hebt om ander gedrag te vertonen dan je geneigd bent te doen. Ook en vooral in omstandigheden die moeilijk zijn, waar je geraakt wordt en waar het oh zo voorstelbaar is dat je in oude patronen vervalt.
‘Als iemand je op de wang slaat, bied hem dan ook de andere wang aan. Wat zouden ze daarop zeggen bij de Jumbo?’ ‘Dat het pijn doet.’
En pijn doet het. Om te beginnen het inzicht dat je vastloopt, dat oude patronen niet (meer) werken, dat doen wat je deed je niets (meer) brengt, sterker, dat je doodloopt. Dat inzicht, dat doet pijn. En dan komt het proces van leren. Met vallen en opstaan. En ook dat doet pijn. Ene wang, andere wang.
Soms betekent de behoefte om oude patronen los te laten ook wat voor de mensen om je heen. Als de ander jou kent als de man of vrouw die altijd klaar staat voor een ander, en in deze hulpvaardigheid zichzelf voorbij loopt. Als je dan ineens een grens stelt, dan is dat niet alleen een les voor jou, ook de ander voelt het ongemak van jouw besluit.
En dan hebben we het nog niet over het doorbreken van patronen zoals het besluit om andere mensen los te laten omdat levenspaden uiteen zijn gelopen. Uit elkaar gaan, vriendschappen die eindigen, familiebanden die breken of moeten breken, ook al wil je dat niet. Dat is méér dan pijnlijk: dat is rauw.
Stervenspijn om te worden wie je bent
In Korintiërs lazen we: Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven kan komen. Sommige keuzes voelen als stervenspijn. Er gaat wat wezenlijks verloren. En dat brengt verdriet en rouw met zich mee. Vanuit dat perspectief is leven sterven én weer opstaan als een veranderd mens. Aristoteles zei het ooit: De opgave van mens-zijn is dat we moeten worden wie we ten diepste zijn.
En dat komt niet voor niets. Dat vraagt bewustzijn. En lef om patronen te doorbreken, en pijn te doorstaan. Ene wang, andere wang.
En tegelijkertijd brengen al die lessen op sleutelmomenten in je leven je ook wat: hervonden evenwicht, stabiliteit, stevigheid in het leven. Ene wang, andere wang. De balans hervonden. Weer wat dichterbij jezelf. Voor zolang het duurt.
Want misschien is dat wel leven: worden wie we ten diepste zijn, door de Ene vorm gegeven en aan elkaar ont-wikkeld.
Amen.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!