Uw naam worde zichtbaar in ons
Overweging op 1 juni 2025 door René Munnik
Bij: Koningen 2,1-15 en Handelingen 1,1-11
Eerste lezing: 2 Koningen 2,1-15
De tijd was niet ver meer dat de ENE Elia in een stormwind in de hemel zou opnemen. Elia en Elisa stonden op het punt uit Gilgal te vertrekken, maar Elia zei tegen Elisa: ‘Blijf jij hier, de ENE wil dat ik naar Betel ga.’ Elisa antwoordde: ‘Zo waar de ENE leeft, en zo waar u leeft, er is geen denken aan dat ik u alleen laat gaan.’
Zo gingen ze samen op weg naar Betel. De profeten uit Betel kwamen Elisa vanuit de stad tegemoet en zeiden tegen hem: ‘Weet u wel dat de ENE vandaag uw meester van u zal wegnemen?’ ‘Ja, ik weet het,’ antwoordde hij. ‘Zeg maar niets.’
Elia zei tegen Elisa: ‘Blijf jij hier, Elisa, de ENE wil dat ik naar Jericho ga.’ Maar Elisa antwoordde: ‘Zo waar de ENE leeft, en zo waar u leeft, er is geen denken aan dat ik u alleen laat gaan.’ Zo gingen ze samen naar Jericho.
De profeten uit Jericho kwamen naar Elisa toe en zeiden tegen hem: ‘Weet u wel dat de ENE vandaag uw meester van u zal wegnemen?’
‘Ja, ik weet het,’ antwoordde Elisa. ‘Zeg maar niets.’
Elia zei tegen Elisa: ‘Blijf jij hier, de ENE wil dat ik naar de Jordaan ga.’
Maar Elisa antwoordde: ‘Zo waar de ENE leeft, en zo waar u leeft, er is geen denken aan dat ik u alleen laat gaan.’ Zo gingen ze samen verder.
Bij de oever van de Jordaan hielden ze stil. Vijftig profeten die hen waren gevolgd bleven op een afstand staan kijken. Elia deed zijn mantel af en vouwde hem dubbel. Hij sloeg ermee op het water, waarop het naar links en naar rechts wegvloeide en zij tweeën droog konden oversteken. Terwijl ze overstaken vroeg Elia aan Elisa: ‘Wat kan ik nog voor je doen voor ik van je word weggenomen? Vraag het maar.’
Elisa antwoordde: ‘Laat mij dubbel in uw geest delen.’ ‘Je vraagt iets heel moeilijks,’ zei Elia. ‘Als je ziet hoe ik van je word weggenomen, zal je wens vervuld worden, maar als je het niet ziet, gebeurt het niet.’ En terwijl ze liepen te praten, werden ze plotseling uit elkaar gedreven door een wagen van vuur, met paarden van vuur ervoor, en Elia steeg in een stormwind op naar de hemel.
Elisa zag het gebeuren en riep uit: ‘Vader, vader! Strijdwagen en ruiterij van Israël!’ Toen hij Elia niet meer kon zien, scheurde hij zijn kleren. Hij raapte Elia’s mantel, die was afgegleden, op, en liep terug.
Bij de oever van de rivier hield hij stil. Hij sloeg met Elia’s mantel op het water en riep uit: ‘Waar is de ENE, de God van Elia?’ Dus ook hij sloeg op het water en opnieuw vloeide het naar links en naar rechts weg, zodat Elisa kon oversteken. De profeten uit Jericho, die Elisa vanaf de overkant in het oog hielden, zeiden tegen elkaar: ‘De geest van Elia is op Elisa neergedaald.’ Ze gingen hem tegemoet, knielden voor hem neer.
Tweede lezing: Handelingen 1,1-11
In mijn eerste boek, Theofilus, heb ik de daden en het onderricht van Jezus beschreven, vanaf het begin tot aan de dag waarop Hij in de hemel werd opgenomen, nadat Hij de apostelen die Hij door de heilige Geest had uitgekozen, had gezegd wat hun opdracht was. Dat Hij leefde heeft Hij hun na zijn lijden en dood herhaaldelijk bewezen door gedurende veertig dagen in hun midden te verschijnen en met hen over het koninkrijk van God te spreken. Terwijl Hij met hen at, gaf Hij hun deze opdracht: ‘Ga niet weg uit Jeruzalem, maar blijf daar wachten op wat de Vader heeft beloofd, waarover jullie van Mij hebben gehoord. Johannes doopte met water, maar binnenkort worden jullie gedoopt met de heilige Geest.’
Zij die daar bijeen waren, vroegen Hem: ‘Heer, gaat U dan binnen afzienbare tijd het koningschap over Israël herstellen?’ Hij antwoordde: ‘Het is niet aan jullie om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen om mijn getuigen te zijn in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde.’
Toen Hij dit gezegd had, werd Hij voor hun ogen omhoog geheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen. Terwijl Hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Deze Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie Hem naar de hemel hebben zien gaan.’
Het oude en het nieuwe verhaal
Geen van de twee lezingen van vandaag komt uit een evangelie. De tweede is de bekendste van die twee: dat is het verhaal van Jezus’ hemelvaart uit het begin van het boek Handelingen (met een beetje goede wil kun je dat een naschrift van het Evangelie van Lucas noemen). Daarin wordt verteld over het wonderlijke einde van die al even wonderlijke periode waarin de opgestane Jezus nog veertig dagen verkeerde met zijn leerlingen. Vlak voor het afscheid geeft hij ze de opdracht om in Jeruzalem te wachten totdat ze worden gedoopt met de heilige Geest. (Maar dat is Pinksteren, volgende week dus, zeggen we.) En toen, zo staat er: ‘werd Hij voor hun ogen omhoog geheven en opgenomen in een wolk, zodat ze Hem niet meer zagen.’ Kortom: Jezus vervliegt… Waarna er, net als bij het lege graf van Pasen (Lc. 24,4) twee mannen in witte gewaden staan, die zeggen ‘wat staan jullie daar te kijken? Hij komt terug…’. Ooit.
Dat verhaal kennen we. Het is de aanloop naar Pinksteren waarmee de Paastijd eindigt. Maar het, veel langere, verhaal uit het boek Koningen over de hemelvaart van Elia… dat is veel minder bekend. Voor mij/ons althans… maar binnen de Joodse kringen van Lucas en zijn toehoorders moet men er vertrouwd mee zijn geweest. Heeft Lucas het misschien gebruikt als ‘format’ voor zijn vertelling over de hemelvaart van Jezus? Hoe dan ook, ik gebruik het als een soort leeswijzer bij Lucas’ verhaal over Jezus’ hemelvaart. Maar… wat staat daar nu eigenlijk?
Elia en zijn trouwe leerling
Dat verhaal gaat over de profeet Elia, een hoofdfiguur uit het eerste boek van de Koningen. Jezus had twaalf leerlingen, Elia had er één: Elisa. Het verhaal over Elia en Elisa begint plompverloren met de nog niet eerder aangekondigde mededeling dat Elia in een stormwind in de hemel zal worden opgenomen. Dat is nogal wat! Maar noch Elia, noch zijn leerling Elisa staan daar ook maar één moment bij stil. Ze hebben wel wat anders te doen. Ze staan op het punt om naar de plaats Gilgal te vertrekken en Elia zegt: ‘Blijf jij maar hier, Elisa, ik moet naar Betel’, waarop Elisa antwoordt: ‘Nee! Er is geen denken aan dat ik u alleen laat gaan.’ En dus vertrekken ze samen naar Betel.
Die dialoog herhaalt zich dan nog een paar keer. Want als ze aangekomen zijn in Betel, dan weten alle profeten daar al te vertellen dat Elia diezelfde dag nog wordt weggenomen.’ En Elisa antwoordt dan ‘Ja, ik weet het, zeg maar niets.’ Kortom: hij wil er niet over horen… hij weet het wel, maar wil er niet van weten.
Ook Elia is er niet mee bezig. Want zodra ze in Betel zijn, zegt hij: ‘Blijf jij maar hier, Elisa, ik moet naar Jericho’, waarop Elisa weer antwoordt: ‘Nee! Er is geen denken aan dat ik u alleen laat gaan.’ En dus vertrekken ze samen naar Jericho.
En dan nog een keer…
… want als ze aangekomen zijn in Jericho dan weten alle profeten daar al te vertellen dat Elia diezelfde dag nog wordt weggenomen. En Elisa wil er weer niet over horen ‘Ja, weet ik, zeg maar niets.’ Hij wil er nog steeds niet van weten. En ook Elia heeft nog steeds wat anders aan zijn kop, want zodra ze in Jericho zijn, zegt hij weer: ‘Blijf jij maar hier, Elisa, ik moet naar de Jordaan’, waarop Elisa nogmaals antwoordt: ‘Nee! Er is geen denken aan dat ik u alleen laat gaan.’ En dus vertrekken ze samen naar de Jordaan.
Wijkend water als voorafschaduwing van de dood
Maar dan verandert het verhaal: terwijl al die profeten uit Jericho staan toe te kijken, speelt zich een soort herhaling af van de doortocht van het Godsvolk door de Jordaan, toen het na de bevrijding uit het slavenhuis van Egypte, na veertig jaar in de woestijn en na de dood van Mozes eindelijk het Beloofde Land binnentrok. Want, als Elia met zijn opgevouwen mantel op het water van de Jordaan slaat, dan wijkt het, zodat ze er doorheen kunnen gaan… net zoals het lang geleden, in de tijd van Jozua had gedaan (Joz. 3).
En daar, aan de overzijde van de Jordaan – op die plek van een ooit ingeloste belofte – daar zal Elia worden weggenomen. Dat beseffen ze nu allebei. Elia vraagt: ‘wat kan ik nog voor je doen voor ik ga?’ En Elisa antwoordt: ‘laat me dubbel in uw geest delen.’ Dat wil zeggen: ‘laat me de vertegenwoordiger van uw erfenis zijn’ want dubbel zoveel delen als de andere erfgenamen was in die tijd het eerstgeboorterecht. Daarop antwoordt Elia: ‘alleen als je werkelijk ziet dat ik van je weggenomen wordt, dan zal je wens vervuld worden, maar als het je ontgaat dan gebeurt het niet.’ Want als Elia onopgemerkt vervliegt, dan zal valt er voor Elisa niets te erven.
Afscheid en nieuw begin
En dan volgt een scène die zo in een spektakelfilm zou kunnen voorkomen: te midden van storm en vuur verdwijnt Elia definitief. Elisa blijft alleen achter. Hij rouwt, en van verdriet scheurt hij zijn kleren. Elia had echter zijn kamelenharen profetenmantel achtergelaten en daarmee gaat Elisa terug. Weer aangekomen bij de Jordaan is hij nog steeds in rouw en roept uit ‘Waar is de God van Elia?’ Maar wanneer hij, net als Elia, ook met die mantel op het water slaat … dan wijkt het net als voorheen, zodat Elisa er doorheen kan gaan… de toekomst in.
En de profeten die dat allemaal vanaf een afstand hebben gezien, beseffen dan: ‘De geest van Elia is op Elisa neergedaald’… en knielen voor hem neer.
Blijkbaar is het gemis van Elisa die zijn meester nooit alleen liet gaan en overal wilde volgen, maar zojuist zag dat hij voor zijn ogen werd weggerukt naar een plek waar hij niet meer te volgen was – blijkbaar is het besef van dat definitieve afscheid tegelijk ook zijn installatie als opvolger van Elia.
Hemelvaart en Pinksteren ineen
Als je met dit verhaal in je hoofd en hart naar de Hemelvaart van Jezus kijkt, dan schuiven Hemelvaart en Pinksteren in elkaar. Dan is Jezus’ afscheid van zijn leerlingen wanneer ze zien dat hij voor hun ogen vervliegt, meteen ook hun installatie als opvolgers en erfgenamen: ze worden gedoopt met de heilige Geest.
En voor ons? We leven in een tijd waarin veel wat heilig voor ons is – menselijke waardigheid, gerechtigheid, vrede – voor onze ogen vervliegt. We weten het wel, maar we willen er liever niet van weten. En het verhaal zegt ons dat we nu, juist nu, worden opgeroepen om zijn naam zichtbaar te laten worden in ons.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!