Spelen met leeuwen, tijgers en slangen
Overweging op zondag 15 juni 2025
door Jeffrey Korthout
Bij: Spreuken 8, 22-31 en Johannes 16, 12-15
De lezing uit Johannes evangelie van vandaag maakte mij nieuwsgierig. Vooral dat eerste zinnetje in vers 12: ‘Ik heb jullie nog veel meer te zeggen, maar jullie kunnen het nog niet verdragen.’ Ik denk dan toch: Wat wilde hij nog meer zeggen dan? En waarom kon zijn toehoor dat op dat moment nog niet verdragen? Spannend toch?
Komen tot God
Vorig jaar op Trinitatis, de zondag na Pinksteren, heb ik het uitgebreid gehad over het gesprek tussen Nikodemus en Jezus. Een gesprek in het donker notabene. Een gesprek waarbij Nikodemus wel zei Jezus ‘te zien’, maar hij feitelijk in complete duisternis verkeerde. Hij kon namelijk helemaal niets met de woorden van Jezus. Jezus probeerde hem uit te leggen dat je, als je als mens echt tot God komt, als het ware innerlijk transformeert en één wordt met alles en iedereen. Je wordt dan metaforisch gezegd, zoals de wind, die waait waarheen hij wil. Maar Nikodemus begreep daar niets van. In zijn ogen is met God zijn niet zomaar wat rondwaaien zoals de wind doet, maar het nauwgezet volgen van elke jota, komma en punt van de Joodse Wet. Nikodemus is namelijk een Joodse man die zoals zijn naam suggereert – overwinnaar betekent het- heer en meester is in het nauwgezet volgen van de Joodse wetten. God komt in de ogen van Nikodemus pas tot je als je precies doet wat er in de regels omschreven staat. En dan, heel misschien, is God je genadig. Pas dan, en ook enkel dan, is God liefde voor Nicodemus: als voorwaardelijke liefde. En die voorwaarden zijn 613 voorschriften die tot op de letter gevolgd moeten worden. Als je dat niet doet: even goede vrienden op aarde, maar dan ben je geen vriend van God hierboven. Mogelijk stond dat gesprek Jezus voor ogen toen hij opmerkte dat hij nog veel meer te zeggen had, maar dat zijn toehoorders dat nog niet konden verdragen. Net als Nikodemus waren ze er gewoon nog niet klaar voor om Jezus te begrijpen. Daarom zegt hij ook: de Geest van de waarheid moet nog komen om jullie de weg te wijzen naar de volle waarheid.
Weg naar eenheid en verbondenheid
Inmiddels is die Geest, zoals wij geloven, gekomen. We hebben het vorige week met Pinksteren nog gevierd. Maar wat heeft die Geest ons eigenlijk gebracht? En wat brengt Zij ons nog steeds elke dag? Wat is die volle waarheid? Ik zelf geloof dat de Geest, die waait waar Zij wil, ons de weg wijst naar de werkelijke eenheid van wat God is. Een ervaring waarin we altijd met alles verbonden zijn. Dat we niet leven in een particulier universum waarin alle wezenlijkheden los staan van elkaar, maar dat we over alle grenzen heen, zelfs over de grenzen van de tijd en de dood, verbonden zijn met alles en iedereen. En dat is niet iets wat op magische wijze door Jezus is gebeurd, maar iets dat altijd al zo was. Deze wijsheid, zo stelt de tekst die we lazen uit Spreuken, was er altijd al, zelfs voordat de Ene de hemel en de aarde maakte. Jezus en de Geest die daarna kwam hebben dit echter ‘aan het licht gebracht’. Niet dat er voor die tijd geen mensen waren die dit min of meer beseften, maar het idee was nog niet en masse doorgebroken. We konden het, zoals Jezus stelt, nog niet verdragen.
Franciscus van Assisi
Maar wat betekent het concreet om zo met God te zijn? Om zo op te gaan in die Ene werkelijkheid van God dat we verbonden te zijn met alles en iedereen? En zijn wij er inmiddels wel al klaar voor? Ik moest hierbij denken aan Sint Franciscus van Assisi. Een bijzondere heilige uit de middeleeuwen die veel mensen aansprak door hoe hij leefde. Als zoon van een rijke lakenkoopman schonk hij alles weg aan de armen in Assisi om vervolgens in armoede en eenvoud te gaan leven. Daarna leefde hij in harmonie met alles en iedereen om zich heen. De zon en wind waren volgens zijn Zonnelied zijn broeders. En de maan, sterren en het water zijn zusters. Ook het vuur was zijn broeder en de aarde zijn zuster. En elk dier dat hij tegenkwam, zelfs een slak op het pad, zag hij als zijn broeder of zuster. Net als elk mens, ongeacht zijn, haar of hen afkomst, huidskleur, geloof, geaardheid of zondigheid. Hij voelde zich volledig verbonden met alles en iedereen. Er gaan dan ook verhalen rond dat hij met de dieren kon spreken. Een bekend verhaal hierover is het verhaal van de wolf van Gubio waarin Franciscus in het dorpje Gubio hoort dat de dorpelingen hun huizen niet meer uit durven vanwege een valse wolf. Gubio lijkt wel een beetje op het Drenthe zoals Caroline van de Plas het graag schetst: overal meedogenloze wolven die jagen op argeloze kinderen. Franciscus besluit om naar de wolf te gaan. Iets wat niemand nog had gedaan, want dat durfden ze niet. Als Franciscus dan een kruis slaat over de wolf en met hem in gesprek gaat blijkt de wolf een heel redelijk dier. Hij heeft gewoon honger en moet nu eenmaal eten. Franciscus spreekt met hem af dat als de dorpelingen voortaan voedsel voor hem regelen, hij op zijn beurt de dorpelingen met rust al laten. En zo geschiedde. De wolf werd zo tam als een lammetje en ook zeer geliefd. Toen de wolf eenmaal kwam te overlijden werd hij dan ook met veel ceremonieel begraven in een graf dat door de inwoners van Gubio was gegraven.
Een verhaal als dit wil ons denk ik laten zien dat ook wij volledig één kunnen zijn met God. Door te doen als Franciscus. Door te stoppen met denken in tegenover en vijandschap. Door je te beseffen dat je altijd, 24/7, verbonden bent met alles en iedereen. Dat daarmee de zon je broeder is en de maan je zuster. Dat je je vijanden voor wie je bang bent, maar het beste onder ogen kan komen. Ga het gesprek met ze aan, ontmoet je angst en leer die ander kennen zoals hij, zij of hen werkelijk is. Want de Geest, de Geest van de Waarheid, de Geest van Pinksteren, de Heilige Geest, geeft ons een universele taal waarmee we met alles en iedereen kunnen spreken. Over alle grenzen heen. De grenzen tussen mensen, tussen mens en dier en tussen jezelf en het universum.
Voor bij de angst op weg naar vrede
In lied 198 uit de gele bundel dat we hebben gezongen tussen de lezingen in heeft onze eigen Simone Snakenborg een hertaling gemaakt van psalm 8. Hierin verwoordt Simone hoe die eenwording met God is: ‘Met u vlieg ik lang de hemel, pluk de sterren, groet de maan. Met u doorkruis ik de zeeën, ben gelukkig als een vis. Met u loop ik door de velden en praat ik met de dieren. Met u loop ik door de wouden, speel met leeuwen, tijgers en slangen. Met u klim ik hoog in bomen, leer te zingen als een lijster. Met u woon ik in mijn huis en deel ik mijn geliefde. Want u bent een God van mensen en maakt mij groter dan ik ben.’
Met u sluip ik door de wouden, speel met leeuwen, tijgers, slangen.
In het bijzonder werd ik getroffen door het zinnetje ‘Met u sluip ik door de wouden, speel met leeuwen, tijgers en slangen.’ Gevaarlijke dieren. Maar een zijn met God betekent ook dat we leren te spelen met leeuwen, tijgers en slangen. Net als Franciscus en de wolf. Ik moest daarbij denken aan de mensen die ik het meeste vrees van deze wereld: mensen als Trump en Poetin. Voor mij de wolven van Gubio van onze tijd waardoor we onze huizen niet meer uit durven. Maar wie een is met God, met alles en iedereen, heeft niets te vrezen van leeuwen, tijgers en slangen en dus ook niet van Trump en Poetin. Één met God kunnen we namelijk opstaan tegen het onrecht dat ze aanrichten en misschien, wie weet, net als Franciscus een ontwapenend gesprek met ze hebben. Zodat er uiteindelijk echte vrede zal zijn op aarde. Vrede, met ons mensen als de zachte kracht van God in deze wereld, begeesterd door Haar geest.
Ene, ik bid je, dat het zo zal zijn.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!